Lees verder
Bij de kolencentrale van ENGIE in Rotterdam komt een innovatieve voorbehandelingsinstallatie, die biomassa met stoom voorbewerkt zodat deze in de centrale kan worden verbrand. Deze technologie is ook geschikt voor bioraffinage, waardoor er tegelijk organische bijproducten kunnen worden geleverd, zoals biochemicaliën.
Redactie / Rotterdam

De technologie is ontwikkeld door het Noorse bedrijf Arbaflame. De voorbehandelde pellets zijn beter waterafstotend, hebben een hogere energiedichtheid en bezitten bijna dezelfde verbrandingseigenschappen als kolen. Hierdoor kunnen ze relatief gemakkelijk toegepast worden in een bestaande kolencentrale, wat de ombouwkosten naar een 100% biomassagestookte centrale aanzienlijk verlaagt.

Showcase

De kosteneffectieve volledige integratie van deze technologie in een bestaande moderne kolencentrale nog nooit op deze schaal beproefd. ‘Een succesvolle demonstratie van dit concept zal een prachtige showcase vormen voor andere Europese kolencentrales en zelfs andere biomassagestookte energiecentrales’, zegt de CEO van Arbaflame, Håkon Knappskog.

Het vier jaar durende proefproject brengt Europese expertise samen van verschillende partijen uit de (hernieuwbare) energiesector en de wetenschap. Het gezamenlijke streven is bij te dragen aan het behalen van de Europese klimaatdoelstellingen. Naast ENGIE (NL) en Arbaflame (NO) zijn ook PNO Consultants (NL), ECN part of TNO (NL), Sintef (NO), Vrije Universiteit Brussel (BE), Havenbedrijf Rotterdam (NL) en de Universiteit van Bergen (NO) onderdeel van het ARBAHEAT consortium. De Europese Commissie ondersteunt het demonstratieproject met een subsidie vanuit het Horizon 2020 programma van € 19 miljoen.