Lees verder
Ik vind het fascinerend om in de biobased economy te zien dat heel veel mensen zich volledig storten op technologie en dan een soort stille hoop hebben dat daar business uit komt. Ik begrijp dat wel, want technologie is vaak heel leuk, je voelt je (en bent) uitvinder en wordt een beetje verliefd op je project. Dan speelt de zakelijke kant nog niet zo'n grote rol.
Gert de Raaff

Maar op een gegeven moment moet er geld in, veel geld, om op te schalen. Dan komen bankiers en investeerders langs en die stellen ineens heel andere vragen, dan of het werkt. Ze willen weten hoe de businesscase eruit ziet. Soms gaat dat goed, maar vaak ook niet. ‘Uitvinders’ denken daar vaak weinig over na. Vanuit de gedachte: ‘dat komt wel goed’, onderschatten ze potentiële problemen. Dat blijkt achteraf soms een dure vergissing.

Voor technologie ontwikkeling hebben we mooie schalen met TRL‘s. Voor market-readiness, grondstofvoorziening, reststromen, recycling, toelatingen is dat minder uitgewerkt. En dan zie je projecten mis gaan op die andere aspecten. Ook bij Cosun in de biobased economy maken we kennis met werelden die nieuw voor ons zijn. We zijn nu bezig met het ontwikkelen van producten voor wasmiddelen. We hebben veel met klanten gepraat, deskundigen geraadpleegd en dan nog blijkt het moeilijker te zijn dan je vooraf denkt.

Ik pleit er dus voor dat ondernemers in de biobased economy al in het beginstadium contact zoeken met de werelden die nieuw zijn. Juist in biobased is innovatie heel breed en kom je op veel onbekende terreinen. Ga praten met potentiële afnemers, zelfs voordat je iets tastbaars kunt laten zien. Of met grondstofleveranciers en begrijp wat wel kan en wat niet. Samen, met gezond boerenverstand, maar met een andere invalshoek, kom je vaak op zaken waar tot dan toe niemand aan had gedacht. Wacht je daarmee tot het laatste moment, dan verspil je misschien veel tijd, at best!

Gert de Raaff, directeur Cosun New Business and Innovation