Lees verder
Het gaat goed met Zeeland Seaports. Waar de overslag van Antwerpen, Amsterdam en Rotterdam het eerste kwartaal van 2014 nauwelijks toenam of daalde, werd in Zeeland een groei van dertien procent genoteerd. ‘Dat wil echter niet zeggen dat we achterover kunnen hangen’, aldus Peter Geertse, commercieel manager van Zeeland Seaports. ‘We hebben een enorme groeiambitie. En die groei zal met name komen uit nieuwe, duurzame bedrijvigheid: biobased en offshore windmolenindustrie.’
Edwin van Gastel

De havens in Terneuzen en Vlissingen, strategisch gelegen tussen de enorme havencomplexen in Antwerpen en Rotterdam, vormen gezamenlijk de derde zeehaven van Nederland. Daarmee is het een economisch cluster van nationale betekenis. Tegelijkertijd is de toegevoegde waarde voor de provincie Zeeland enorm. Zo is 20 procent van het Zeeuwse inkomen afhankelijk van de havenactiviteiten. Bovendien zit de verbintenis met de zee de Zeeuw in de genen. De trots op de haven is dan ook groot.

 

Lat ligt hoog

Zeeland Seaports is verantwoordelijk voor de economische ontwikkeling, het beheer, onderhoud en de exploitatie van de Zeeuwse havens. Het havenbedrijf is een overheids-NV. De aandeelhouders zijn de provincie Zeeland en de gemeentes Borsele, Vlissingen en Terneuzen. De organisatie ontwikkelt en exploiteert de zeehavens en stimuleert daarmee werkgelegenheid en economische groei.

‘Een respectvolle, toegewijde aanpak en duurzame ontwikkeling van de logistiek en industrie staan centraal in onze missie’, aldus Geertse. ‘Onze werkdomeinen zijn onder andere het binnenhalen van nieuwe bedrijven, het optimaliseren van infrastructuur, aantrekken van ladingstromen, gronduitgifte en veiligheid. Bij dat alles leggen we de lat enorm hoog, ook wat betreft onze groei-ambities die we hebben vastgelegd in ons Strategisch Masterplan 2008-2020. In deze periode moet de havengerelateerde werkgelegenheid en de toegevoegde waarde met twintig procent toenemen. Daarnaast willen we een stijging naar vijftig miljoen ton zeevaartoverslag en veertig miljoen ton binnenvaartoverslag realiseren. En het lijkt erop dat we op schema zitten met het verwezenlijken van onze roadmap. Amsterdam en Rotterdam zagen het eerste kwartaal van dit jaar een vermindering in overslag. In Antwerpen werd een lichte stijging van twee procent geboekt. Maar hier in Zeeland zagen we de overslag met zo’n dertien procent toenemen. Dat stemt uitermate positief.’

 

Agressieve koers

Dat de Zeeuwse haven groeit en bloeit, is volgens Geertse geen toeval. Allereerst is er de fysieke ruimte en milieuruimte om zich verder te ontwikkelen. Daarnaast zijn de segmenten waarin de industrie actief is, zoals in opkomende mate de biobased economy, kansrijk. Verder wordt een agressieve commerciële koers gevaren en die betaalt zich uit.

‘Neem Oiltanking in Terneuzen. Daar hebben we een extra steiger aangelegd. Waardoor de overslag kan groeien van twee naar zes miljoen ton. Daardoor faciliteren we de groei van het bedrijf dat de opslagcapaciteit vergroot van ruim 317.000 kubieke meter naar zo’n 417.000 kubieke meter. Het is maar een voorbeeld, maar het geeft aan hoe belangrijk het is om in onze basis, de bestaande bedrijvigheid, te blijven investeren. Zo behoud je ondernemingen voor Zeeland. Naast onze aandacht voor traditionele bedrijven, waarvan er weinig bijkomen en er de afgelopen jaren toch ook enkele zijn omgevallen, zijn onze activiteiten met name gericht op het binnenhalen en ondersteunen van nieuwe, duurzame bedrijvigheid in de offshore windmolenindustrie, biobased economy en containerlogistiek. Hieruit moeten immers onze groeidoelstellingen grotendeels worden gerealiseerd.’

 

Biodiesel uit dierlijke vetten

De globale economische transitie voltrekt zich in een razend tempo. Nieuwe uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van energie, maatschappij en milieu, creëren nieuwe markten en definiëren de kansen van morgen, zo ook voor de havens en de havengerelateerde bedrijvigheid in Zeeland.

‘Biokunststoffen, biomassa, biobrandstoffen… Daar ligt de toekomst’, aldus Geertse. ‘De ondernemingen die zich op die nieuwe duurzame wereld richten, hebben allemaal een plekje nodig. Zeeland Seaports speelt daarop in. Naast het ontwikkelen van grootschalige containeractiviteiten richten we ons specifiek op het aantrekken en stimuleren van duurzame industrie en zetten in op duurzame vormen van logistiek transport en duurzaam ruimtegebruik. Dat heeft inmiddels geresulteerd in de komst van enkele interessante nieuwe ondernemingen en diverse, vaak cross-sectorale samenwerkingsverbanden.

Zo is Electrawinds, een Belgisch energiebedrijf in hernieuwbare energie, in Sluiskil gestart met de productie van biodiesel uit dierlijke vetten, zo’n 250.000 ton per jaar. Tuinders in de buurt van Yara nemen restwarmte van de kunstmestfabrikant af om kassen te verwarmen, een prachtig voorbeeld van de agrosector en chemie die de handen ineen slaan om wederzijds voordeel te bewerkstelligen. Maar Yara gaat verder. Het bedrijf is een proef gestart om de zeshonderd kubieke meter proceswater die het iedere dag loost, te zuiveren door de hoeveelheid stikstof terug te brengen met behulp van algen.

En kijk naar Biopark Terneuzen waar een biovergistingsinstallatie is gebouwd door Lijnco Green Energy en Schücking Energy Groep. Jaarlijks wordt er 135.000 ton biomassa verwerkt. Het streefvermogen is tien megawatt. Nog zo’n interessant project is dat van Arkema dat als proef is gestart met het produceren van zeewier voor eiwitten en chemie (zie het artikel ‘Pilot voor commerciële teelt zeewier’ uit Agro & Chemie 2, 2013, red.). Binnen dit project onderzoekt het bedrijf, samen met de universiteit van Wageningen en North Seaweed, hoe de teelt van zeewier geoptimaliseerd kan worden en of het technisch en economisch haalbaar is om zeewier te gebruiken als duurzame bron voor eiwitten en chemicaliën.’

 

Weg naar bulk geopend

Geertse geeft toe dat het investeren in biobased economy een zaak van de lange termijn is. Technologische ontwikkelingen en het uitwerken van nieuwe business cases vergen tijd. Als voorbeeld noemt hij de ontwikkelingen van de productie van bio-ethanol door Cargill dat daarmee waarde creëert uit zijstromen van haar tarweverwerking.

‘Dat is mooi’, stelt Geertse. ‘Maar de derde generatie van de technologie komt er aan en daarbij kan ieder ligninehoudend materiaal zoals houten pellets dienen als grondstof. Daarmee is de weg naar bulk geopend. Tegelijkertijd beseffen we ons in Zeeland dat het verschil van de toekomst nu wordt gemaakt. Door de innovatieve ontwikkelingen in onze havens is inmiddels een duurzaam cluster ontstaan dat aantrekkingskracht op bedrijven over heel de wereld heeft. De energie die hier is losgemaakt, is bovendien bijzonder aanstekelijk, ook wat betreft de meer traditionele bedrijven. Ik ken hier maar weinig ondernemingen die niet op een of andere manier bezig zijn met verduurzaming. Daarmee hebben we een belangrijke voorspong gecreëerd die we niet meer los moeten laten.