Lees verder
Zeewier heeft potentie als uitgangsmateriaal voor de productie van voeding, diervoeder, additieven en groene chemicaliën. Hiervoor is wel een opschaling nodig. Dat vereist een professionaliseringslag, waarbij vastgelegd wordt hoe, en onder welke omstandigheden zeewier gecontroleerd en duurzaam geteeld wordt.
Alwin Gerritsen, Henri Prins, Sander van den Burg

De FAO concludeert dat wereldwijd zo’n 18 miljoen ton zeewier gebruikt wordt, voornamelijk voor menselijke consumptie. De tweede grote toepassing van zeewier is voor productie van verdikkingsmiddelen, toegepast in voedingsproducten. Daarnaast kunnen zeewieren gebruikt worden in veevoer, bij de productie van groene chemicaliën, voor biobrandstoffen, in cosmetica en de productie van diverse inhoudsstoffen zoals Omega-3. Een aantal van deze toepassingen zijn al verkrijgbaar.

De zeewier wordt met name in Azië geteeld, met een grote negatieve impact op de lokale milieukwaliteit. Bemesting leidt daar onder meer tot eutrofiëring. Dat biedt kansen voor gebieden waar bemesting niet nodig is, zoals in de Noordzee. Proeven laten zien dat een opbrengst tot 20 ton droge stof per hectare mogelijk is zonder bemesting. In Nederland wordt door diverse partijen gewerkt aan de teelt van zeewier. Naast wetenschappelijke onderzoeken van Wageningen UR en NIOZ zijn ondernemers actief in de productie van uitgangsmateriaal voor teelt, de productie van zeewier in Oosterschelde, op land, en de oogst van wilde zeewier.

De waardepiramide van zeewier

Over zowel de markt- als de kostprijs van zeewierproductie bestaan nog veel onduidelijkheden. De marktprijs van zeewier hangt af van de soort, de kwaliteit en de incidentele marktsituatie. Duidelijk is dat de teelt van zeewier in de Noordzee relatief duur is ten opzichte van Azië door hogere arbeidskosten maar vooral door hoge kosten van offshore productie. Schattingen voor de productiekosten lopen uiteen van 1000 tot 2500 euro per ton droge stof. Momenteel zien we dan ook dat de toepassingen van zeewier zich vooral bevinden in de bovenste helft van de (biobased) waardepiramide: voeding en in het bijzonder de directe consumptie als “fresh vegetable”. De toepassing van zeewier voor eiwitten en voedingsadditieven ligt op een iets lager waardeniveau dan de voedingsmarkt. Toch liggen er kansen voor specifieke bestanddelen zoals verdikkingsmiddelen (alginaten). De verwachte groeiende vraag naar hoogwaardige eiwitten kan leiden tot hogere marktprijzen waardoor productie in Nederland rendabel kan worden. Toepassingen in veevoer en de productie van groene chemicaliën uit zeewier worden verder onderzocht, onder andere in het SEABIOPLAS-project. Voor zeewierproductie ten behoeve van bioenergie ligt de kostprijs vooralsnog te hoog.

Perspectief in voeding

Het meeste perspectief voor zeewier ligt volgens de geraadpleegde marktpartijen in humane consumptie. Algemeen verwachten zij dat de stijgende consumptie van zeewierproducten van de afgelopen jaren zich voort kan zetten. Nederlands zeewier kan daarbij een voorsprong veroveren als het zich kan profileren op duurzaamheid, betrouwbaarheid en veiligheid.

De Nederlandse retail en consument zal echter niet vanzelf overstappen op gebruik van zeewier. Dat vraagt een inspanning in marketing en positionering van het product. De ontwikkeling van producten als de Dutch Weed Burger en seaweed chips is een strategie om een positief beeld van zeewier neer te zetten. De toepassing van zeewier in versproducten vereist hoge kwaliteitscriteria, waarbij retail en consument zekerheid hebben over de beschikbaarheid, kwaliteit en veiligheid van het product. Ook is het de opgave om voldoende productieareaal (enkele duizenden tot tienduizenden hectares) te realiseren, omdat de ruimtedruk ook op zee hoog is en combinaties van functies niet zijn toegestaan.

Ontwikkeling van de sector

Een ander ‘obstakel’ is dat de zeewierketen in Nederland momenteel klein en niet erg overzichtelijk is. De schakels in de keten zijn niet altijd gescheiden. Vaak is sprake van ketenverkorting, waarbij verschillende onderdelen van de keten in één bedrijf samenkomen. Voorbeelden daarvan zijn telers die zelf hun wier drogen, verwerkers die de zeewier zelf importeren en importeurs die zelf via internet producten aan de consument aanbieden. Daarnaast zien we dat de geproduceerde zeewier meerdere toepassingsmogelijkheden kent, zoals bijvoorbeeld voeding, voedingssupplementen en gezondheidsproducten, met ten dele andere ketens. Gezien de huidige structuur en omvang van de sector is dit nog niet problematisch, maar een grootschaliger keten ontkomt niet aan meer afbakening van taken binnen het speelveld.

De door Wageningen UR geraadpleegde ondernemers zijn te kenschetsen als enthousiaste pioniers, die elk op hun eigen kracht een niche in de markt hebben ontwikkeld en de toekomst hoopvol tegemoet zien. Toch zien zij de meerwaarde van een gezamenlijke aanpak. Op korte termijn ligt die meerwaarde in het gebruik maken van elkaars netwerk en opzetten van gezamenlijke promotie- en voorlichtingsacties. Voor de verdere toekomst is voor de gehele keten een professionaliseringsslag aan de orde met afgebakende taken voor de verschillende spelers in de keten en goed ingebed binnen het overheidsbeleid.

Referentie

  1. Burg, S. van den, M. Stuiver, F. Veenstra, P. Bikker, A. López Contreras, A. Palstra, J. Broeze, H. Jansen, R. Jak, A. Gerritsen, P. Harmsen, J. Kals, A. Blanco, W. Brandenburg, M. van Krimpen, A-P. van Duijn, W. Mulder, L. van Raamsdonk, 2013. A Triple P review of the feasibility of sustainable offshore seaweed production in the North Sea. Wageningen, Wageningen UR (University & Research centre), 2013.

Kader

In het EU project SEABIOPLAS wordt tevens onderzocht of zeewier uitgangsmateriaal kan zijn bij de productie van biodegradable plastics. Deze plastics worden nu vooral geproduceerd uit voedselgewassen. De onderzoekers verwachten dat deze markt zal stijgen waardoor de concurrentie met food- en energietoepassingen zal toenemen. Vandaar dat binnen het project zal worden gekeken naar zeewier als feedstock (melkzuur) voor PLA.