Lees verder
IGEV heeft in de regio Noord-Veluwe een aantal ambitieuze, biobased projecten lopen die nu in de pilotfase komen. Door onder meer laagwaardige biomassa en reststromen om te zetten naar hoogwaardige voeders, biogas of meststoffen, worden stappen gezet in de groene economie.
Vincent Hentzepeter

IGEV, een regionale matchmaker tussen partijen als technologiebedrijven, agrofoodbedrijven, provincie en kennisinstituten, maakt zich hard voor de transitie naar een groene economie in de regio Noord-Veluwe. Een van de thema’s is biobased economy. Oorspronkelijk was het idee om de activiteiten te richten op niet-voedseltoepassingen.

De scope is wat opgerekt, legt Ben Jeroense, innovatiemakelaar IGEV, uit: ‘Een aantal prominente innovatieprojecten heeft meer met duurzame voedselproductie te maken dan met productie van chemicaliën of het opwekken van energie. Uiteindelijk bereiken we zo hetzelfde doel: het reduceren van de footprint en het sluiten van ketens in de regio.’

Bij de lokale maakindustrie zit behoorlijk wat kennis, maar vaak hebben ondernemers een duwtje in de rug nodig om partners of subsidieloketten te vinden. ‘Zoals in elke regio hebben ook wij een paar geïnspireerde pioniers die zelf vernieuwende concepten durven te ontwikkelen. Die moet je koesteren. Naast pioniers zijn er partijen die, na wat overreding en oriëntatie, openstaan voor een experiment met vernieuwende technologie.’

Waardepiramide

Tot de laatste categorie behoort Mol Fresh Food in Putten, producent van kant-en-klare uienproducten. Hier komt jaarlijks 3.000 ton aan uienresten vrij van de buitenste rok. Het afvoeren en laten vergisten was weinig duurzaam. ‘Dat is vooral transport van water naar buiten de regio. We hebben bekeken hoe ze die reststroom met partners konden verwaarden. Het idee was het kostbare stofje quercetine uit de rokken te winnen, een antioxidant en natuurlijke kleurstof. Daar zie je dat bedrijven gek worden gemaakt door hypes in biobased economy. Je moet het hebben van ‘low volume, high value-stoffen’. Dat bleek echter een dood spoor, het proces was te kostbaar in verhouding met de opbrengst.’

Er kwam schot in de zaak toen de focus werd verlegd naar het middensegment van de waardepiramide. ‘We liepen tegen een bedrijf aan dat een bioraffinageproces heeft ontwikkeld waarmee praktisch de gehele droge stof wordt benut voor food- en feedcomponenten. Zo werd het spoor verlegd van de fijnchemie naar dat van humane voeding en diervoeders.’

Fosfaatwinning

IGEV stimuleert samenwerking in de regio. Zo staat er op het terrein van de rioolzuiveringsinstallatie (RWZI) in Harderwijk een co-vergistingsproject op stapel van het Waterschap Vallei en Veluwe en mesttransporteur Jan Bakker. ‘Zij gaan het fosfaat terugwinnen uit de dunne mestfractie. Achter de centrale vergister wordt de dikke digestaatfractie zo droog mogelijk gemaakt, zodat de afzet met zo min mogelijk transport van water gepaard gaat. Deze partijen hebben elkaar wat te bieden als ze hun processen integreren. De mestinstallatie draagt bij aan de ontwikkeling van de RWZI als energie- en grondstoffabriek waar in de komende jaren nieuwe modules aan kunnen worden toegevoegd. Daar werken wij graag aan mee.’

Op kleinere schaal bekijkt IGEV met een aantal consortiumpartners hoe boeren mest efficiënter kunnen verwaarden. ‘Bij vergisting op boerderijschaal is altijd de vraag hoe je het biogas zo optimaal mogelijk benut. Met een warmtekrachtkoppelingsinstallatie verdwijnt een te groot deel van de energie als warmte in de lucht. Bovendien wil je de mest na vergisting verder opwerken zonder dat dit elektriciteit vreet zoals bij omgekeerde osmose.’

Partner Hellebrekers Technieken uit Nunspeet zet het Memstill-proces van TNO in om de restwarmte te benutten voor het maken van een mineralenconcentraat uit de dunne fractie. ‘We zijn nu bezig om voor zowel rundvee- als varkensbedrijven een business case op te stellen.’

Eendenkroos

Nog in de steigers staat een aquaponics-project waarin eiwitrijk kroos en wormen op afvalwater van viskweek worden geteeld. Gezien de gesloten cyclus gaat dit verder dan Happy Shrimps, de duurzame garnalenkwekerij op de Maasvlakte die het niet redde. ‘Het idee is met lage visdichtheden te werken, het kroos als voerbestanddeel te benutten en de wormen naar de hengelsport af te zetten. De pilotkas zou op het RWZI-terrein van Het Waterschap kunnen komen, met biogaslevering voor de verwarming van de bassins. We werken nu aan versie 2.0, een herijking van het concept om dit commercieel rendabel te krijgen. Voor vissoorten als tilapia zou het goed kunnen werken.’