Lees verder
Morssinkhof Rymoplast is een van de grootste recyclingbedrijven van plastics in Europa. De onderneming brengt verschillende kunststoffen terug tot flakes of granulaat. Ook probeert het bedrijf de productie van industriële garens op basis van rPET op gang te krijgen. 'Er liggen zeker kansen in hoogwaardige applicaties die meer op de B2C-markt zijn gericht.'
Lucien Joppen

Mark Ruesink, Production & Innovation director bij Morssinkhof Plastics, ziet hoogwaardige recycling van fossiele polymeren zoals PET, PE of PP als een effectieve methode om materialen en de bijbehorende CO2 in een kringloop te brengen.

‘We doen het alleen nog te weinig. In Europa wordt iets meer dan de helft van de PET-flessen gerecycled, de rest belandt op de stort of wordt verbrand (Bron: EUPR, Plastic Recyclers Europe). Daarmee gaan de fossiele grondstoffen voor altijd verloren.’

Aan Morssinkhof zal het niet liggen. Het bedrijf verwerkt in zeven productielocaties in Nederland, België, Duitsland en Polen per jaar een slordige 225.000 ton aan kunststof, hoofdzakelijk de bovenstaande volumineuze stromen. Rymoplast is daarbij gespecialiseerd in PE en Morssinkhof in HDPE, PET, PP en PS. Op gebied van PET kan de onderneming bottle-to-bottle recyclen: food grade recycling voor alle grote merkeigenaren in Europa.

Machines weer opgestart

Morssinkhof Sustainable Products is, naast Morssinkhof en Rymoplast, de derde loot onder de holding Morssinkhof Rymoplast Group. Deze activiteit richt zich op de productie van duurzamere producten, te beginnen met industriële garens. Zij doet dit op de spinmachines die stammen uit het Diolen-tijdperk. Diolen, ontstaan uit de voormalige Akzo Nobel Fibers & Polymers-divisie, sloot in 2008 haar deuren. Zij kon destijds de concurrentie met Aziatische bedrijven niet meer aan. Morssinkhof gebruikt sinds 2008 de bovenste etages in het voormalige Diolen-gebouw op het Emmtec-terrein om PET-korrels na te condenseren, te drogen en food grade te krijgen.

Op de onderste etage staan de productie en pilot spinmachines. Inmiddels heeft het bedrijf de goed geconserveerde machines aan de praat gekregen. Ook heeft het nieuwe types zogenaamde high tenacity yarns ontwikkeld voor de B2B-markt.

Kiloknallers

‘Dan moet je denken aan spanbanden, transportbanden en dergelijke. We mikken in deze markt op niche-applicaties: garens in kleine volumes die bepaalde toegevoegde eigenschappen (bijvoorbeeld kleur, brandwerendheid, red.) in zich verenigen. Nu is dit wel een zeer prijsgevoelige en conservatieve markt, waardoor klanten niet snel overstappen naar een alternatief op basis van gerecycleerd polymeer. In trek zijn vooral nog de ‘kiloknallers’ uit het verre oosten. Een andere horde is dat ‘nieuwe’ materialen (op basis van gerecycleerd polymeer, red.) weer moeten worden getest, wat extra kosten met zich meebrengt. Op termijn kan industrieel garen op prijs concurreren, zeker als er meer volume op de locatie in Emmen wordt geproduceerd, aldus Ruesink.

Dunnere garens

Hij benadrukt dat Morssinkhof nog in de beginfase zit van het traject. Zo nu en dan start het personeel de machines op voor een eerste bestelling. Een continue bezetting zit er nog niet in. ‘We hoeven ook niet van nul naar honderd te gaan’, aldus Ruesink. ‘We hebben het proces nu goed onder controle, dat is een essentiële stap. Vervolgens zullen we goed moeten kijken naar de juiste productmarktcombinaties. Zoals gezegd is de B2B-markt allesbehalve gemakkelijk. Echter, we zien ook dat met name brand owners zoals automobielproducenten of retailers in toenemende mate hun producten en processen verduurzamen. Dat heeft ook gevolgen voor leveranciers aan deze spelers. Dan is een autogordel gemaakt van bijvoorbeeld PLA ineens wel interessant, ondanks dat deze veel duurder is dan polyester.’  Een andere optie is om dunnere (textiel)garens of (BCF) tapijtgarens te spinnen op basis van rPET. Dan komen totaal andere toepassingen in zicht, aldus Ruesink. ‘Dan zouden we de stap zetten richting de consumentenmarkt: douchegordijnen, tapijten, matjes et cetera. Deze producten worden vaak versterkt met polyestergarens.’

De IKEA-link

Binnen het project Sustainable Fibers, waaraan onder meer de Stenden Hogeschool, het Faserinstitut Bremen, Senbis Polymer Innovations en Cumapol meedoen, onderzoekt Morssinkhof nu of het markten kan ontwikkelen voor lage titer garens en BCF-garens. ‘We kunnen deze garens nu nog niet zelf produceren in Emmen. Mogelijk zouden we kunnen investeren in nieuwe machines, maar dan moeten we wel eerst zicht krijgen op marktvolumes. Kunnen we op kostprijs concurreren? Nee, niet in alle gevallen, maar wel op de prijskwaliteitverhouding als ook korte lijnen naar onze afnemers in West-Europa. Onze rPET heeft in de markt een zeer goede naam en Aziatische recyclers staan niet bekend om een goede, constante kwaliteit.

Als het gaat om een stap naar de markt, dan heeft Morssinkhof in ieder geval wel een ‘stepping stone’. Begin dit jaar nam IKEA een minderheidsbelang (15 procent, red.) in de onderneming. De Zweedse multinational ziet de deelname als een strategische zet om meer grip te krijgen op de kunststof supply chain. Uiteindelijk wil IKEA uitsluitend gerecycleerde materialen (laten) produceren. Ruesink: ‘Het opent zeker deuren. Het wil niet zeggen dat we gelijk opdrachten krijgen, maar we zitten we op de eerste rij.’