Lees verder
De velletjes van uien die vrijkomen bij de verwerking, wegen vrijwel niets. Maar heel veel velletjes bij elkaar kun je prima vergisten. Ook zit er een interessante kleurstof in deze reststroom.
Lucien Joppen

Nederlandse akkerbouwers produceren per jaar ongeveer anderhalf miljoen ton uien, waarbij Flevoland en Zeeland met afstand de belangrijkste teeltgebieden zijn. Ruim 90 procent van de productie wordt uitgevoerd, de rest blijft in eigen land. Vooral in de bovengenoemde provincies zitten veel verwerkende bedrijven die de uien verzamelen, verpakken en verzenden. Daarbij ontstaat een reststroom van uienpellen, de buitenste droge rokken van de ui. Tot 2007 werden deze op het land teruggebracht, maar omdat ‘Europa’ de uienvelletjes als afval bestempelde, moesten verwerkende bedrijven omzien naar andere toepassingsmogelijkheden. Want afvoeren kostte ineens 50 euro per ton.

Composteren

‘In die tijd kwam langzaam het begrip ‘afval is grondstof’ op en zo kwamen de verwerkers op het idee om de uienpellen te composteren, want als het compost is, mag het wel op het land worden teruggebracht’, vertelt Gijsbrecht Gunter, projectleider bij de Stichting Afzetbevordering Ui (SAU) en betrokken bij diverse projecten in de uienketen. Inmiddels is compostering als oplossing voor de reststroom van uienafval alweer vrijwel verdwenen omdat het te weinig oplevert, zowel in (besparing van) geld als in voedingswaarde omdat het weinig stikstof en fosfaat bevat. ‘Toen zijn we nog eens door de waardeketen heengelopen om te kijken of er andere oplossingen waren. Wat heeft wel perspectief?’

Vergisten

Uienpellencompost onderwerken en gebruiken tegen bepaalde schimmelziektes bleek weinig effectvol, net als het persen van het afval tot energiepellets. Gunter: ‘Je kunt er prima brokken van maken en het heeft een hoge verbrandingswaarde, maar het is gewoonweg te duur.’ Wetenschappers uit Wageningen deden onderzoek naar de mogelijkheden tot vergisting en dat bleek evenmin een optie. ‘Maar ondernemers zijn eigenwijs en gingen op kleine schaal experimenteren met biovergistingsinstallaties voor uienpellen. Wat blijkt? 1 ton uienpellen levert 590 m3 biogas op en dat is 340 m3 aardgas. Als je alles bij elkaar zou optellen, zou je kunnen uitkomen op 8 à 10 miljoen m3 aardgas en dat is genoeg voor 5000 tot 6000 huishoudens.’

Kassa!

Op dit moment levert volgens Gunter een ton uienpellen 3 tot 8 euro per ton op als het naar de vergister gaat. De gemiddelde uienverwerker zit jaarlijks gemiddeld op 2000 ton afval en bij een opbrengst van 5 euro per ton levert dat 10.000 euro op. ‘Voor een mkb-er is dat geld en anders was hij 40.000 euro kwijt om het af te zetten’, aldus Gunter. Mede vanwege dit succes zette een uienverwerker een digitale marktplaats op waarbij ook andere agrarische reststromen worden verhandeld.

Op termijn kunnen uienpellen misschien nog wel meer opleveren. In de reststof zit namelijk een gele kleurstof, quercetine. Dit is een anti-oxidant en daarmee kan het een nog hogere waarde krijgen doordat het interessant zou kunnen zijn voor de voedingsmiddelenindustrie en voor toepassing in cosmetica. Er zitten nog wel haken en ogen aan vanwege de specifieke wetgeving voor voedingsmiddelen. Voor de kleurstoffen ziet het er beter uit. Gunter verwijst hierbij naar het bedrijf Rubia dat kleurstof haalt uit meekrap en daar al een paar jaar ervaring mee heeft. Voor het extraheren van die kleurstof werkte Rubia samen met Gunter en laatstgenoemde zou graag afnemers interesseren voor toepassingen van de kleurstof.