Lees verder
De overheid wil binnen het programma 'Van afval naar grondstof' (VANG) promoten dat afval beter wordt gescheiden en opnieuw wordt ingezet als nuttige grondstof. Plastics, vooral verpakkingsplastics, vormen een belangrijk aandeel van het afval dat nog onderbenut blijft. Echter om deze optimaal te kunnen benutten zijn wel kwaliteitsnormen nodig.
Lucien Joppen

Dat stelt Karin Molenveld, als onderzoeker verbonden aan Wageningen Food & Biobased Research. ‘In Wageningen hebben we veel verstand van het scheiden en hoogwaardig inzetten van allerlei homogene en heterogene biomassastromen. Op het gebied van verpakkingsafval hebben we echter in de loop der jaren ook een aanzienlijk expertise opgebouwd over het ontstaan, scheiden en nuttig inzetten van andere afvalstromen zoals glas, aluminium, papier en karton en niet te vergeten plastics. Deze expertise zit vooral in de hoek van verpakkingen voor voedingsmiddelen maar we worden de laatste jaren ook steeds meer gevraagd voor andere VANG-vraagstukken.’

Laagwaardig

Plastics nemen een groot deel van het volume in beslag van het afval dat afkomstig is van huishoudens. De laatste jaren is het ingezamelde volume plastics van huishoudens sterk gestegen: van 25,3 kTon in 2009 naar 162 kTon in 2014 en deze stijgt nog steeds. Deze toename – onder andere het gevolg van de succesvolle Plastic Heroes-campagne – is een positieve ontwikkeling. Er is echter ook een maar: de ingezamelde plasticsstroom is nu nog relatief laagwaardig. Een van de oorzaken is dat de vele vervuilingen de kwaliteit van de gesorteerde plastics negatief beïnvloeden. Molenveld: ‘Ons onderzoek laat zien dat een verpakking zelden bestaat uit één soort plastic: vaak zijn het combinaties van kunststoffen met verschillende functionaliteiten: bijvoorbeeld flesjes van HDPE, doppen van PP, etiketten van PP, folielaminaten en ga zo maar door. Als deze kunststoffen niet uit elkaar gehaald worden, treedt kwaliteits- en dus waardeverlies op.’

Als we naar een circulaire economie willen waarbij het overgrote deel van de grondstoffen wordt hergebruikt, is het echter noodzakelijk om juist méér hoogwaardige producten uit gerecycled kunststof te maken. Een belangrijke uitdaging daarbij is om kunststoffen opnieuw in te zetten voor de vervaardiging van verpakkingen. Verpakkingen vormen met een aandeel van bijna 40 procent immers de grootste markt voor kunststoffen.

Downcycling

Uit cijfers van een aantal gemeenten (bron: Vakblad Afval) blijkt dat 70 procent van het ingezamelde kunststofmateriaal een negatieve waarde heeft. Alleen de meest voorkomende plastics (PE, PET en PP) hebben een positieve marktwaarde, de andere plastics/plastics blends scoren negatief. Met andere woorden, momenteel is het alleen economisch interessant om plastic producten af te scheiden die van bovenstaande drie type plastics gemaakt worden. De andere plasticssoorten worden dan verbrand zodat de energetische waarde in ieder geval wordt benut. Echter in elke fractie plastics blijft een zekere vervuiling achter. Onbekend is hoeveel precies en wat deze vervuiling precies met de kwaliteit doet. Hierdoor wordt gerecycled plastic veelal gebruikt voor laagwaardigere toepassingen, downcycling dus.

Masterplan

Nu is technisch veel mogelijk maar daardoor wordt de prijs van gerecycled plastic wel erg hoog, zeker in een periode waarin virgin plastics goedkoper zijn dan gerecyclede alternatieven. ‘Klopt’, zegt Molenveld. ‘Daarom is volgens ons een Masterplan Kunststofrecycling nodig waarin in de gouden driehoek (bedrijfsleven, overheid en onderzoek) wordt samengewerkt.’

De kernpunten van dit Masterplan zijn:

  1. Een overheidsbeleid dat recycling stimuleert en ook VANG doorvoert in haar eigen wet en regelgeving;
  2. Geef recyclers en afnemers (financiële) prikkels op kwaliteit in plaats van volume;
  3. Zorg voor standaardisatie en kwaliteitsnormen voor recycle fracties waardoor afnemers verzekerd zijn van een constante kwaliteit;
  4. Ontwikkel collectief de technologie voor recycling en versterk de kennisinfrastructuur op design for recycling, polymeren en scheiding;
  5. Promoot acceptatie van recyclaattoepassingen door merkeigenaren en consumenten.