Lees verder
Nog geen jaar na het openen van de Demo Facility kampt de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom alweer met ruimtegebrek. “Als alle opties worden ingevuld die er nu liggen, zitten we vol”, zegt directeur Petra Koenders. “Vooral aan labruimte is extra behoefte. We hebben uitbreidingsplannen, zo gaan we binnenkort al extra zuurkasten bijplaatsen.”
Pierre Gielen

De Green Chemistry Campus (GCC) biedt unieke faciliteiten aan groene chemiebedrijven die aan opschaling toe zijn en daarvoor ruimte zoeken met een industriële vergunning op niveau 5. Bovendien heeft de campus een levendige community, bestaande uit bedrijven in uiteenlopende branches, van de bouw via infra tot verpakkingen. De rode draad is dat al deze leden een innovatief chemisch proces hebben; circulair of op basis van biomassa.

Verdubbeld

De formule werkt. Dat blijkt wel uit het feit dat het aantal community members in de afgelopen maanden is verdubbeld tot bijna 40. Daarbij gaat het deels om start-ups en mkb-bedrijven die behoefte hebben aan contacten in het netwerk of de dienstverlening van de campus, bijvoorbeeld op het gebied van labdiensten of financierings-ondersteuning. Een tiental community members bezet ook een fysieke plek in de Demo Facility op de campus, waaronder grote partijen als TNO, VITO en binnenkort ook ECN part of TNO. Zij vormen samen de drie initiatiefnemers van Shared Research Center Biorizon dat onderzoek doet naar bio-aromaten. Ook zij zijn toe aan een volgende opschalingsfase.

“We zijn dan ook alweer bezig met het opzetten van een derde bouwfase, een volgende uitbreiding”, zegt Koenders. “Op papier hebben we deze nieuwe fase al klaar. Nu gaan we ons ontwerp verifiëren bij zittende bedrijven die willen uitbouwen, maar ook bij partijen die aangeven daar over een tijdje gebruik van te willen maken.”

Eén van die kandidaten staat bij wijze van spreken al voor de deur: het geplande Shared Facility Center Polymerisatie. Dit is een gemeenschappelijk onderzoekscentrum voor nieuwe soorten biobased plastics en gerecyclede oude plastics. Het wil bedrijven met nieuwe product-marktcombinaties ondersteunen in de TRL-fases 3 tot 6. Daartoe zou op de GCC een open pilotplant moeten komen, vergelijkbaar met de Bio-Base Europe Pilot Plant in Gent of de Bio Process Facility in Delft, maar dan met een andere focus.

“De uitbreiding mag geen kopie zijn van faciliteiten die concullega’s in de regio al bieden”, benadrukt Koenders. “Het is belangrijk dat we uniek zijn. Dit moet je niet op meerdere plaatsen in Nederland willen doen.” Het zou leiden tot een versnipperd aanbod en nodeloze rivaliteit. “Het ecosysteem van de Biobased Delta onderscheidt ons van anderen. We bieden samen een unieke mix van kennis, ervaring, faciliteiten, opleidingen en diensten op het snijvlak van agro en chemie.”

Incubator

Naast de reguliere uitbreidingsplannen, werkt de Green Chemistry Campus ook aan het ontwikkelen van een iLab in de regio: een incubator waar start-ups op het gebied van biobased en circulair terechtkunnen. “Dat doen we samen met Hogeschool Zeeland, Avans, de HAS, het ROC West-Brabant en de VNCI. Er zijn al wel iLabs op diverse plaatsen in Nederland, maar nog niet op het gebied van groene chemie en niet in West-Brabant. Dat komt doordat we hier geen universiteiten hebben. Maar we hebben wel prachtige HBO’s en MBO’s en tal van grote bedrijven die start-ups met open armen ontvangen, omdat ze de innovatiekracht versterken.”

Die betrokkenheid van het bedrijfsleven is belangrijk, omdat start-ups in de chemie vaak technologiegedreven zijn. Zij hebben behoefte aan begeleiding en ondersteuning op het gebied van ondernemerschap, labdiensten en financiering. Vaak gaat het immers ook om kapitaalintensieve activiteiten.

Zo’n incubator zou overigens niet automatisch een plek krijgen op de Green Chemistry Campus. “Een mogelijke locatie zou bijvoorbeeld het Suikerlab in Bergen op Zoom kunnen zijn, waar de HAS en diverse agrobedrijven actief zijn. Ook die hebben laagdrempelige labfaciliteiten. De Green Chemistry Campus is exclusief voor bedrijven die een industriële vergunning nodig hebben op niveau 5. Dat is voor start-ups vaak nog niet nodig.”

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Biobased Delta