Lees verder
Mestvergisting (mono- of covergisting) is geen een-tweetje. Met de monovergister van Encon kan het anders. Het is niet alleen het werkingsprincipe, maar ook het operationele gedeelte waarmee Encon zich wil onderscheiden in de markt.
Lucien Joppen

Vader en zoon Van den Engel, oprichters/eigenaren van Encon Clean Energy, zijn relatieve nieuwkomers op de markt van mestverwerkingsinstallaties. Oorspronkelijk afkomstig uit bouw van tankreinigingsinstallaties, maakten de twee de overstap naar hernieuwbare energie. Bas van den Engel senior: ‘Wat me opviel aan mestverwerking, was dat de meeste installaties volgens een verouderd principe gebouwd zijn en suboptimaal werken. Zo gaat onder meer warmte verloren door een slechte isolatie en is het proces energie-intensief. Kortom, het is niet verrassend dat het rendement tegenvalt.’

Na een in 2010 gestarte marktverkenning kon Van den Engel het octrooi overnemen van het Duitse bedrijf Eltaga. Deze heeft een zogenaamde propstroom-ringenvergister ontwikkeld, een batchsysteem waarbij dagverse mest wordt ingevoerd. ‘Het is een proces waarbij geen nieuwe mest in de vergistingsketel wordt toegevoegd, maar aan het begin van de propstroom. Dat zorgt voor een optimaler en sneller omzettingsproces van mest tot gas. Bovendien is het energieverbruik van het proces lager, onder meer door een betere isolatie, een aanzienlijk kleiner volume en het ontbreken van roermechanismen, dit in tegenstelling met de technologie die in gangbare installaties wordt gebruikt.’ 

Schone mest

Het is vooral de ‘methaanoogst’ (een 23 keer sterker broeikasgas dan CO2) die met de installatie gunstiger uitvalt, aldus Engel. Doordat mest vers wordt vergist (dagontmesting is noodzakelijk, red.) is de conversie naar methaangas aanzienlijk beter. ‘Dit gas kan weer als bron voor elektriciteit of warmte worden gebruikt’, aldus Van den Engel. De Encon-man stelt dat de mest ongeveer 12 dagen verblijft in de reactor. Tijdens het proces wordt de mest ‘opgeschoond’: mogelijke ziektebacteriën worden gedood door het onverdunde ‘methaanbacteriënmilieu’ waardoor er ‘schone’ mest overblijft. Het digestaat, bestaande uit een dikke en dunne fractie, kan worden na behandeld. Dat is mogelijk via een ‘pasteurisatiestap’ (70 graden, één uur) op basis van restwarmte. ‘Gevolgd door een scheiding in een dikke en dunne fractie wat vervolgens de weg vrij maakt om er fosfaten en stikstof uit te halen die vervolgens als meststof kunnen worden ingezet.

Op afstand besturen

Een belangrijk aspect van mestvergisting is de operationele kant. ‘Het is niet een kernactiviteit van boeren’, benadrukt Van den Engel. ‘Maar de wijze waarop de installatie wordt ingeregeld en wordt onderhouden, heeft wel degelijk gevolgen voor het rendement. Vervuiling van de apparatuur heeft gevolgen voor de procesparameters. De ingangskwaliteit van de mest fluctueert, met name bij rundveemest, waardoor het afstellen van de installatie, varieert.’ In de testinstallatie van 240 m3 die bij de varkenshouderij De Hoeve in Valkenswaard gebouwd is, ‘besturen’ de medewerkers van Encon de installatie op afstand. Wekelijks worden de installaties voor onderhoudsdoeleinden bezocht. ‘In Duitsland is deze installatie al in gebruik voor rundveemest en heeft zich bewezen in commerciële zin, ook voor melkveehouders. Met een biogasopbrengst (circa 55 procent methaan) van 40 Nm³ per ton verse mest heeft deze een netto-opbrengst die ongeveer twee keer hoger ligt dan van een conventionele installatie.’ Zijn er dan geen uitdagingen? ‘Zeker. Deze liggen vooral in de aanvoer van verse mest. Op de Hoeve werken we vooralsnog alleen met de mest van hun dieren.’ 

Het realiseren van een eerste prototype-installatie, zoals bij De Hoeve, is moeilijk te realiseren zonder subsidie van de overheid. Ton Voncken (Innovatielink) hielp bij het aanvragen van de subsidie. 'Daarbij speelt de technische claim een belangrijke rol: wat is de IP en in hoeverre is deze afgedekt? De uitdaging is om alle technische ambities aan te laten sluiten bij de doelstellingen van de subsidieregelingen. De overheid verstrekt geen geld op alleen “mooie praatjes”. In geval van Encon/De Hoeve is de aanvraag bij de TKI Energie (Hernieuwbaar, Groen Gas) succesvol gebleken. In de huidige pilot zal deze zich moeten bewijzen voor een eventuele uitrol.'