Lees verder
Succesvol willen zijn in biobased? Betrek dan wel de keten én brand owners in een vroeg stadium bij de ontwikkeling. En de kans op succes voor het mkb is groter in niche dan in bulk.
Niels van Haarlem

Dat laat het onderzoek Inzicht in Biobased Economy in Zuid-Nederland* van de regionale ontwikkelingsmaatschappijen BOM, Impuls, LIOF en Syntens zien.

Overheid, bedrijfsleven, intermediairs en kennisinstellingen geloven in de kracht van een biobased economy. Ook in de drie Zuid-Nederlandse provincies Zeeland, Brabant en Limburg. Daar is de biobased economy een van de speerpunten.

Biobased in Zuid-Nederland is breed. Van teelt van biomassa en verwaarding van primaire reststromen, tot isoleren van geur-, smaak- en kleurstoffen tot productie van reinigings- en smeermiddelen. En dan zijn er nog tal van grote initiatieven rond nieuwe gewassen of om nieuwe extractie-, conversie- en scheidingstechnieken te ontwikkelen, waarmee bestaande en nieuwe chemicaliën aan de biobased grondstofstromen onttrokken kunnen worden.

 

Niet optimaal

Maar in Zuid-Nederland is de afstemmingen tussen alle betrokken partijen nog niet optimaal, zo vertelt Raymond Bevers van NV Industriebank LIOF. ‘Zeeland onderscheidt zich met aquacultuur, Limburg met hoogwaardige inhoudsstoffen en Noord-Brabant met onder meer voeding. Nu wordt nog veel decentraal georganiseerd en er is nog onvoldoende onderlinge afstemming. Met als gevolg dat zaken dubbel gebeuren. Bovendien laten we synergieën liggen. Dat moet anders, dachten wij (de ontwikkelingsmaatschappijen, red.). Dat heeft uiteindelijk het rapport opgeleverd.’

Het rapport, gefinancierd door Innovatie Zuid, geeft een overzicht van alle activiteiten op het gebied van biobased in  Zuid-Nederland. Handig voor ondernemers die stappen willen zetten in biobased. Het rapport is dan ook vooral bedoeld om het midden- en kleinbedrijf inzicht te geven in de ontwikkelingen rond de biobased.  En om ondernemers te inspireren.

 

Kinderschoenen

Dat inspireren is nodig, want de biobased economy staat nog in de kinderschoenen. Het is lastig om te concurreren in volwassen markten met op aardolie gebaseerde producten. Een opgave die nog eens moeilijker wordt nu in tijden van crisis de middelen en het beschikbare geld beperkt zijn. Dat betekent scherpe keuzes maken voor ondernemers.

Biobased producten moeten voordelen bieden die bestaande producten niet hebben. En hoewel dat niet eenvoudig is, zijn er genoeg mogelijkheden, zo vertelt Bevers. Dat begint al met een mindshift: niet de technologie maar de markt staat centraal. ‘In de markt liggen kansen voor mkb-bedrijven, maar veel biobased initiatieven worden vanuit technologie gedreven. Dit leidt weliswaar tot kwalitatief goede producten maar deze zijn vaak prijstechnisch niet interessant, er is geen behoefte aan of voegt weinig toe. Een biobased product moet een antwoord op een vraag in de markt zijn en niet alleen biobased omdat het kan. Het moet kunnen concurreren op kwaliteit en prijs of het moet iets toevoegen. Neem een bedrijf dat op zoek is naar een nieuwe plastic verpakking. Uiteraard moet aan de basisvoorwaarden zijn voldaan: het ziet mooi uit, het is makkelijk te verwerken. Vanwege de biobased building block in het polymeer heeft het ook nog betere barrière-eigenschappen, waardoor een voedingsmiddel langer houdbaar is. Dan voegt dat extra waarde toe en kan de prijs ook iets omhoog.’

 

Niche

Het rapport staat vol met tips voor het mkb om gericht de biobased markt in te stappen. Belangrijk is dat ondernemers zich richten op de juiste nichemarkt waar zij met beperkte middelen echt een verschil kunnen maken. Zo beperk je de concurrentie en kun je je richten op waar je goed in bent.

Blijf ook op bekend terrein en ontplooi initiatieven in markten die je kent, met bestaande productmarktcombinaties. Dan blijkt al snel dat de bulkchemiesector, zoals de productie van bioaromaten of biobrandstoffen, geen markt is voor het mkb.  Dergelijke producten vergen vele jaren van kostbaar onderzoek en ontwikkeling en vervolgens grote investeringen voor de productie.

 

Succesvolle mkb-ers

Er zijn echter zeker kansen om succesvol te ondernemen in biobased, bijvoorbeeld vanwege het feit dat bestaande extractie- en verwerkingstechnologieën vaak ongeschikt zijn voor biobased producten. Het innovatieve mkb kan hier flexibel op inspringen door bijvoorbeeld nieuwe apparatuur te ontwikkelen. Wanneer is de kans op succes nu het grootst? ‘Twee voorwaarden voor succes springen eruit. Betrek de keten én merkeigenaren in een vroeg stadium. En voor het mkb geldt dat nichemarkten een grotere kans van slagen hebben dan bulkmarkten. In bulkmarkten is de concurrentie vaak te groot en de marges te klein.’

De praktijk laat zien dat er nu al tal van succesvolle voorbeelden te vinden zijn in Zuid-Nederland. Het rapport noemt bedrijven als Isobionics (biobased smaak- en geurstoffen), Bodec (innovatieve bioraffinage), Eco-point (biobased reinigingsmiddelen) en Van de Bilt Zaden en Vlas (vlasvezels in bouw en composieten).

Hoe komen andere mkb-bedrijven in dit rijtje? ‘Het is belangrijk om initiatieven in een vroeg stadium te toetsen op realiteitszin en haalbaarheid. Een gedegen en kritische businessplan is dan ook noodzakelijk. Nu de financiering van nieuwe projecten een heikel punt is, is het voor ondernemers belangrijk om met de ontwikkelingsmaatschappijen contact te zoeken. We hebben een netwerk van partners en goede contacten met de subsidieverstrekkers.’

*Het rapport Inzicht in Biobased Economy in Zuid-Nederland wordt 19 november door een MKB-panel besproken en zal begin december gepubliceerd worden.


Wat kan beter?

Hoe kan de samenwerking over de provinciegrenzen in Zuid-Nederland beter? Allereerst moet er kritische massa zijn om een ketenaanpak op te zetten. Ook kan het uitwisselen van kennis beter. In alle drie provincies vindt onderzoek plaats naar de verwaarding van reststromen van gewassen terwijl de onderlinge kennisuitwisseling beperkt is. Ook kunnen apparaten- en machinebouwers de handen ineen slaan om zo de maakindustrie een boost te geven. Verder is de technologie voor de winning van bioaromaten als vervanger voor aromaten nog onvoldoende ontwikkeld. Green Chemistry Campus (GGC) in West-Brabant en Chemelot in Limburg kunnen hierin gaan samenwerken. In Zeeland en Limburg vinden demonstratie- en pilotprojecten plaats rondom biobased bouwen met hout, vlas, riet hennep, bamboe en biobased verven (kleurstoffen). Meer samenwerking leidt tot snellere doorbraak in de bouw en bij de consument.