Lees verder
Het Centre of Expertise Biobased Economy bouwt – samen met 11 bedrijven en 3 kennisinstellingen – aan een 100% biobased brug. In het onderzoeksproject, mede ondersteund door Stichting Innovatie Alliantie, doen de partners een beroep op hun eigen én elkaars expertise. ‘Aanvankelijk waren we nog een beetje cynisch, maar gaandeweg kregen we steeds meer het idee dat het haalbaar was en we het gewoon maar moesten doen.’

Het initiatief voor de biobased brug komt van architect Ro Koster van Ro & Ad Architecten, die zo’n drie jaar geleden het idee opwierp. Ro Koster: ‘We hadden op dat moment al ervaring met natuurgeïnspireerde ontwerpen die tegen biobased aanschuurden, maar nog niet met hoogwaardige toepassingen van materialen. In het beginstadium hebben we alle schakels in de biobased keten uitgenodigd, van boeren tot verwerkers van materialen, om inzicht te krijgen in wat er mogelijk is. Aanvankelijk waren we nog een beetje cynisch, maar gaandeweg kregen we steeds meer het idee dat het haalbaar was en we het gewoon maar moesten doen.’

Weg uit Terneuzen

Koster kwam in contact met het Centre of Expertise Biobased Economy waarmee hij het plan verder uitwerkte. In het oorspronkelijke plan zou de brug worden gebouwd in Terneuzen. Hoewel het door de gemeente en Provincie Zeeland met grote belangstelling werd ontvangen, werd eind vorig jaar duidelijk dat er niet voldoende draagvlak was om de brug in Terneuzen te bouwen. Koster: ‘Dat is natuurlijk erg jammer, maar dat betekent niet dat we niets gaan doen met het werk dat al is verzet. We kijken nu naar een nieuwe locatie, bijvoorbeeld de Floriade in Almere (deze vindt in 2022 plaats aan de oevers van het Weerwater, red.). Het thema is Growing Green Cities en dat sluit natuurlijk perfect aan.’

 

Goed voor grote projecten

Materialen van de brug zijn onder meer vlas en biohars gecombineerd tot biocomposieten: hier komt NPSP in beeld. Het bedrijf heeft al ruim vijftien jaar ervaring met ontwikkeling van biocomposieten. Willem Böttger van NPSP: ‘Biocomposieten lenen zich erg goed voor grote projecten. We ontwikkelden bijvoorbeeld al gevelpanelen van 13 meter en onlangs nog een grote luifel voor het provinciehuis in Haarlem.’ Een brug stelt echter weer andere eisen aan materialen. ‘Allereerst moet je rekening houden met de stijfheid: het moet niet te veel trillen. Daarnaast moet het materiaal bestand zijn tegen kruip (het materiaal moet in de oorspronkelijke vorm blijven en niet oprekken, red.). En uiteraard moet het materiaal weer en wind kunnen trotseren.’

 

Trek- en druksterkte

Voor elk onderdeel van de brug moeten bovendien andere materiaalafwegingen gemaakt worden. Zo is er een groot verschil in de boven- en onderkant. Böttger: ‘De bovenkant van de brug wordt belast door druk: daarvoor kun je het beste kortere vezels gebruiken, bijvoorbeeld gemengd met andere materialen. Aan de onderkant van de brug heb je te maken met treksterkte: daarbij werkt vlas juist heel goed.’ De komende periode gaan de partners onder meer de draagconstructie onderzoeken, waarna aspecten als slijtage zullen volgen.