Lees verder
Ecover is op gebied van verduurzaamde reinigingsmiddelen een pionier. Het Belgische bedrijf is al 34 actief op deze markt, lang voordat het milieu op de radar van de consument kwam. De tijden veranderen, nu is Cradle to cradle het buzzwoord. Voor Ecover ligt de nadruk voor de nabije toekomst op minder product leveren, waarbij het verdienmodel meer op service gaat leunen.
Yves de Groote

In 1979 was Ecover de eerste industriële producent van fosfaatvrij wasmiddel. De oprichter van het bedrijf, Frans Bogaerts, was niet alleen pionier in ecologische was- en schoonmaakproducten, maar ook een visionair. Fosfaten worden pas over twee jaar in was- en reinigingsmiddelen algemeen verboden.

Bogaerts werd geïnspireerd door het in 1962 verschenen boek Silent Spring van de Amerikaanse biologe Rachel Carson over de milieuproblematiek. Zijn bedrijf ontwikkelde de afgelopen decennia steeds meer nieuwe producten zonder voor de mens en natuur schadelijke bestanddelen. Inmiddels is het bedrijf  Europees marktleider voor ecologische was- en reinigingsmiddelen en actief in meer dan 30 landen. Alternatieve ingrediënten werden gezocht, dan wel ontwikkeld in samenwerking met leveranciers en kennisinstellingen.

 

Braungart bij de opening

Zoals Bogaerts destijds werd geïnspireerd door Rachel Carson, werd het management van Ecover jaren later (mede) geïnspireerd door Michael Braungart, samen met William McDonough, de grondlegger van het Cradletocradle-concept.
Long term innovation manager Tom Domen: ‘Cradletocradle is voor ons bedrijf een duurzaamheidsfilosofie die uitstekend aansluit bij onze manier van denken over de levenscyclus van onze producten, in het bijzonder het ontwikkelen, produceren en vermarkten ervan.’

Hij voegt hieraan toe dat Ecover hier al mee bezig was voor Cradletocradle (C2C) internationaal doorbrak. ‘Braungart was in 1992 aanwezig bij de opening van de ecologisch ontworpen fabriek in Malle.’

De weg naar duurzaam produceren was ingeslagen. Eerder dit jaar kreeg het Belgische bedrijf als eerste ter wereld het Zilveren Cradletocradle-certificaat voor alvast haar professionele gamma. Ecover levert, behalve aan consumenten, ook aan de B2B-markt.

 

Certificering geen heilige graal

Tom Domen benadrukt het belang van een Cradletocradle-certificering door een onafhankelijke partij voor de industriële markt, die steeds vaker vragende partij voor certificering is. Om die reden koos het bedrijf voor de certificering van haar industriële gamma. ‘Voor ons bedrijf is het certificaat echter zeker niet de heilige graal, omdat een certificaat slechts een momentopname is en daardoor de kracht van de filosofie mogelijk verloren gaat.’

Bij de certificering is naar alle aspecten van de productie en bedrijfsvoering gekeken, niet alleen naar de hernieuwbaarheid van het product, maar ook alle grondstoffen en componenten ondergaan een grondig milieueffectenonderzoek. ‘De volledige levenscyclus wordt beoordeeld (van totstandkoming tot afbreekbaarheid), waarbij C2C verder gaat dan de door veel bedrijven omarmde ecotoxiteitsbeoordeling. Deze is gebaseerd op toxiciteit en blootstelling, terwijl Cradle to cradle betekent dat gekozen wordt voor stoffen met de laagste toxiciteit. Uiteindelijk willen we vanaf 2016 dat alle grondstoffen, materialen en ingrediënten volledig hernieuwbaar zijn.’
Nu is dat nog niet het geval, neem de gebruikte kleurinkten in de doppen en de labels enkele functionele ingrediënten en additieven voor de producten en de verpakkingen. ‘Dit is ook een reden dat we een Zilveren certificaat hebben en vooralsnog geen Gouden of Platinum certificaat.’ Momenteel werkt Ecover samen met onderzoeksinstellingen en bedrijven aan nieuwe ontwikkelingen. Een voorbeeld is een biogebaseerde bleekactiveerder die bij lage temperaturen actief is. ‘Het onderzoek bevindt zich in de laatste fase’, aldus Domen.

 

Continu verbeteren

Vanzelfsprekend scoort het bedrijf hoog op hernieuwbaar energiegebruik van de fabriek, duurzaamheid van de verpakking, productieproces, afvalwatermanagement en het sociale aspect van C2C. Binnen de Cradle to cradle-certificering moeten continue verbeteringen moet worden nagestreefd, verwijst Tom Domen naar zijn kanttekening bij een certificaat.

Ecover-producten beschikken ook over het Europese Ecolabel, het Franse Ecocert-label of het Noord-Europese Nordic Swan. Vanzelfsprekend is Ecover vanuit haar verplichtingen aan de stakeholders gecertificeerd volgens de belangrijkste ISO-standaarden voor duurzaamheid, ISO 14001 voor milieumanagement en OHSAS 18001:2007 voor Arbomanagement, naast ISO 9001 voor kwaliteitsmanagement.

 

Algenzeep

Een belangrijke nieuwe ontwikkeling binnen Ecover is de bredere inzet van algen voor de productie van ingrediënten voor uiteenlopende toepassingen, onderstreept Domen. Ecover ging hiervoor in 2012 een nauwe samenwerking aan met het Amerikaanse Solazyme uit San Francisco. Solazyme beschikt over een productiefabriek in Brazilië, maar binnen twee jaar staat een Europese fabriek gepland, vertelt Domen.

‘Algen zijn in staat om uit eender welke biomassa specifieke oliën te maken met specifieke koolstofketens, die tot nu toe vooral worden gehaald uit aardolie, dan wel tropische oliën. Dat gaat van functionele ingrediënten voor de producten tot en met de verpakkingen.’
Bovendien hebben algenoliën een bijzonder gunstige levenscyclusanalyse-beoordeling. Domen verwijst met name naar de gunstige CO2-balans, het geringe waterverbruik en de beperkte benodigde teeltoppervlakte die nodig is. Bijzonder interessant hierbij is de mogelijkheid voor lokale productie van de ingrediënten, die door de fermentatie overal mogelijk is en dichtbij de verwerkende industrieën.

Het eerste product dat begin 2014 op de markt komt, is een zeep. Algenoliën bevatten interessante specifieke ingrediënten die gezond zijn voor de huid, aldus Domen.

 

Gaan voor Goud (en Platinum)

Tom Domen laat weten dat Ecover natuurlijk gaat voor een Gouden en zelfs een Platina Cradletocradle-certificaat. Zoals hij al uitlegde, moeten hiervoor op korte termijn wel de inkten die voor de doppen en labels worden gebruikt nog worden vervangen door meer, duurzame alternatieven. Daarnaast vereist binnen het bedrijf ook interne documentatie en in- en externe communicatie, bijvoorbeeld over verduurzaming in algemene zin extra inspanningen. Zo heeft het bedrijf nog geen duurzaamheidsrapport gepubliceerd. ‘We zijn te veel gericht geweest op de implementatie van verschillende duurzaamheidsaspecten, inclusief de sociale aspecten, waardoor de communicatie erom heen is blijven liggen’, verklaart Tom Domen.

 

Duurzame supply chain

De grootse uitdaging voor Ecover ligt evenwel in de volledige duurzame supply chain, waarbij gekeken moet worden naar de levenscycli van alle resources. Belangrijk is dat voor alle grondstoffen, materialen en ingrediënten een duurzaamheidsonderzoek moet worden uitgevoerd. ‘We willen als Ecover een toonaangevende speler zijn in een biogebaseerde economie. Knelpunten moeten via R&D worden opgelost, waardoor de duurzame economie zich alleen maar verder kan ontwikkelen en nieuwe ontwikkelingen en innovatie worden bevorderd.’

Vanuit een holistische benadering is een volgende stap ervoor  te zorgen dat de producten van ons niet of zeer beperkt nodig zijn. ‘De markt vraagt geen producten, maar een schone omgeving of installaties. We zijn dan ook op zoek naar  technologieën die voor nieuwe doorbraken kunnen zorgen’, legt Domen uit. Natuurlijk is dit niet voor morgen, maar voor de komende decennia. ‘Binnen Ecover wordt alvast wel nagedacht over nieuwe business modellen, waarbij de nadruk zal komen te liggen op service. We willen evolueren naar het meest progressieve innovatieve merk en onze visie dan ook nadrukkelijker gaan communiceren.’

 

Foto: Yves De Groote