Lees verder
Het oleochemische bedrijf Oleon uit Ertvelde heeft een nieuwe fabriek gebouwd voor de productie van biobased building blocks uit zonnebloemolie, voor de cosmetische industrie, smeermiddelen en coatings. 'Het is de eerste keer dat dit type grondstof op een industriële schaal voor de productie van deze speciale building blocks wordt ingezet', zegt directeur Eddy Feijen.
Pierre Gielen

Oleon is Europees marktleider in oleochemie, wat staat voor basisproducten en derivaten op basis van dierlijke vetten en plantaardige oliën. Deze groene, hernieuwbare producten worden gebruikt in cosmetica, zepen, (vee)voeding, coatings, smeermiddelen en andere technische toepassingen. In de Gentse havenzone (Ertvelde-Rieme) bevinden zich zowel de hoofdzetel als de productievestiging voor de basisproducten glycerine en vetzuren. Daarnaast zijn er productie-units in Oelegem, Emmerich (Duitsland), Compiègne (Frankrijk) en Port Klang (Maleisië). Oleon koopt grondstoffen van over de hele wereld en zijn eindproducten worden geëxporteerd naar meer dan 100 landen.

Patent aangevraagd

‘In onze nieuwe productie-unit gebruiken we zonnebloem van onze Franse aandeelhouder Groupe Avril’, legt Eddy Feijen uit. ‘In Oelegem maken we reeds vergelijkbare producten uit koolzaad. Die zijn echter anders van samenstelling dan zonnebloem-olie. De ene olie is dus niet zonder meer door de andere te vervangen. Daarom hebben onze eigen R&D afdeling en ingenieurs de procescondities en de katalysator van de nieuwe unit moeten aanpassen. Op het nieuwe proces is inmiddels een patent aangevraagd.’

In de nieuwe fabriek, met een capaciteit van 14.000 ton per jaar, worden onder meer dimeervetzuren gemaakt. Deze dienen weer als bouwstenen voor polyamiden en polyesters, die toepassing vinden in auto-coatings of zeewaterafstotende coatings. Een ander product uit deze fabriek zijn kwalitatief hoogwaardige vertakte vetzuren (isostearine). Deze blijven vloeibaar tot op zeer lage temperaturen en zijn daardoor zeer geschikt voor smeermiddelen. De goede luchtpermeabiliteit maakt deze bouwstenen bovendien ideaal voor toepassing in cosmetische crèmes en films die licht en weinig vettig zullen aanvoelen.

‘Qua volume is het een iets kleinere activiteit’, zegt Feijen. De totale productie in Ertvelde bedraagt namelijk zo’n 450.000 ton (inclusief biodiesel). ‘Maar deze activiteit geeft wel meer toegevoegde waarde en een kwaliteitsvoordeel in vergelijking met de huidige producten die op de markt zijn. We zijn dan ook trots op deze investering. Het is een mooi proces, waarmee we duurzame plantaardige olie kunnen omzetten in biobased building blocks voor de Europese chemische industrie.’

Biodiesel uit dierlijke vetten

Oleon is lid van Flanders Biobased Valley. De keuze voor het lidmaatschap heeft vooral te maken met het feit dat het bedrijf ook biodiesel produceert en de krachten op dit gebied wil bundelen met andere fabrikanten.

Momenteel kampt Oleon namelijk met pogingen van een aantal biodiesel-producenten om dierlijk vet als afval geclassificeerd te krijgen. Dan zouden zij er goedkopere brandstoffen van kunnen maken. ‘Dat zou wel zeer jammer zijn’, zegt directeur Eddy Feijen. ‘Wij maken biodiesel vooral uit koolzaad, een bijproduct van de eiwitproductie. Dierlijke vetten bevatten veel kostbare stoffen waaruit we een hoge toegevoegde waarde halen, bijvoorbeeld door de verwerking in zepen en wasverzachters. Die moet je niet met subsidie in de diesel gooien.’

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Flanders Biobased Valley