Lees verder
Biomassa, de bron van vele controverses. Geen voedsel in de tank, luidde een jaar geleden nog een grote publiekscampagne. Tegelijkertijd staan ‘groene grondstoffen’ sterk in de belangstelling, ze bieden vooral kansen aan regionale bedrijven.
Diederik van der Hoeven

Hoe kort het onderwerp ‘biomassa’ pas in de belangstelling staat, merken we wanneer we spreken met twee oude rotten uit het vak, Wolter Elbersen en Johan Sanders, beiden van Wageningen UR. Hun hele werkzame leven zijn ze bezig geweest met biomassa. De eerste meer gericht op de levering van biomassa en op de actuele kansen, de tweede meer op de verwerking van biomassa en op de langere termijn. Tien jaar geleden zetten ze voor Wageningen Academy een cursus op, omdat er bij bedrijven en overheid behoefte was aan meer informatie.

 

Acuut probleem

In discussies over biomassa gaat tegenwoordig de aandacht vooral uit naar businesskansen voor bedrijven die willen ‘vergroenen’. Maar tien jaar geleden stond biomassa nog maar net in de belangstelling. De aanleiding was in de eerste plaats het broeikaseffect. De discussie daarover was net opgelaaid. En dus keek iedereen in de eerste plaats naar gebruik van biomassa voor het maken van energie: elektriciteit en warmte. In 2006 dacht het Platform Groene Grondstoffen bijvoorbeeld dat Nederland tot 30 procent van zijn energiegebruik zou kunnen opwekken met biomassa, in het jaar 2030.

Tegelijkertijd kwam de discussie op over het verwerken van reststoffen uit landbouw en veeteelt in diervoeding. Na de gekkekoeienziekte werden veel stoffen verboden in diervoer. Waar moesten de bijproducten in godsnaam heen? Dat was voor de diervoedersector (en voor slachthuizen e.d.) een acuut probleem, helemaal niet van 2030. Maar het spannende van biomassa, zegt Sanders, is dat deze vaak op heel verschillende manieren kan worden gebruikt. Vallen markten ineens weg, zoals na de gekkekoeienziekte? Nieuwe toepassingen liggen voor het grijpen, de ondernemer moet er zijn ogen voor openen.

 

‘Linke’ subsidies

Tegenwoordig weten we dat gebruik van biomassa alleen loont wanneer er meerdere producten worden gemaakt uit de grondstof, voor verschillende markten. Biomassa alleen voor energie? Daar zal altijd subsidie bij moeten, zo toonde Johan Sanders aan in zijn afscheidsrede bij Wageningen UR, begin dit jaar. Zoek dus ook altijd markten voor andere componenten van de grondstof. Zoals eiwitten. Of speciale moleculen, ‘inhoudsstoffen’ als afweerstoffen tegen schimmels of insecten. Dat is het principe van bioraffinage: meer dan één product maken. Zonder bioraffinage geen toekomst voor biomassa.

Nu worden toepassingen van biomassa nog vaak gestuurd door subsidies. Te vaak, vinden de cursusleiders. Elbersen: ‘Het is natuurlijk mooi wanneer een ondernemer kansen ziet. Maar je moet ook gevoelig zijn voor beleid, want subsidieregelingen kunnen ook worden ingetrokken. Zo dacht men een jaar of acht geleden dat stoken met palmolie een duurzame vervanger zou zijn voor aardolie. Er werd zelfs subsidie voor verleend. Maar palmolie is een belangrijk voedingsmiddel in Azië, en oliepalmplantages zijn vaak niet duurzaam. De subsidie werd dus al snel weer ingetrokken, en ondernemers die daarop hadden gerekend, zaten met de brokken. Soms tot faillissement aan toe.’

 

‘Zonder bioraffinage geen toekomst voor biomassa’

 

Chemie uit biomassa

‘Ondernemers moeten steeds zoeken naar de hoogste toegevoegde waarde’ stelt Elbersen. ‘Zij kunnen schuiven tussen sectoren. Bijvoorbeeld een fabriek van voedingsmiddelen koppelen aan een vergister. Wij proberen te bereiken dat ondernemers en beleidsmakers zulke kansen goed kunnen beoordelen.’

Sanders: ‘Vaak geldt: als er één schaap over de dam is, volgen er meer. Pas nadat de eerste experimenten met bioraffinage met goed gevolg waren afgerond, kwam de belangstelling ervoor goed op gang. Nu zien we vooral kansen voor de groene chemie, maar de voorbeelden zitten vooral in het buitenland. In Nederland zijn overheid en bedrijven te veel gericht op transportbrandstoffen als bio-ethanol en biodiesel. Wij proberen te laten zien dat de chemie uit biomassa heel veelbelovend is.’

 

Achterhoek zelfvoorzienend

Kansen voor bedrijven liggen vooral op regionaal niveau. Want transport van groene grondstoffen naar buitenlandse afnemers loont meestal niet. Regionale midden- en kleinbedrijven, samen met coöperaties van boeren, zijn in een ideale positie om gebruik te maken van de nieuwe kansen. Vorig jaar heeft Sanders laten zien dat regionale biomassastromen heel goed aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Daarmee kunnen ze leiden tot een nieuw ‘verdienmodel’ voor de regio. Sanders onderzocht onder meer de Achterhoek, een streek met veel varkensmesterijen en rundveebedrijven. Om alle runderen en varkens te voeren, importeert de streek veel krachtvoer. Sanders toonde aan dat de Achterhoek grotendeels zelfvoorzienend kan worden, vooral door slimmer gebruik van eiwitten en vezels uit gras en maïs. Met bioraffinage als sleutel voor succes. Daarmee zou deze streek veel meer waarde binnen de eigen regio scheppen en daarmee ook meer werkgelegenheid.

 

Inefficiënt gebruik

Veel biomassa blijft in Nederland ongebruikt achter op het land. Zoals bietenloof, een voorbeeld dat Sanders veel gebruikt. Terwijl dit waardevolle eiwitten en vezels bevat. Vaak ook wordt de biomassa inefficiënt gebruikt. Zoals (vreemd genoeg) wanneer een koe gras eet. Want gras bevat meer eiwit dan de koe nodig heeft; het overschot eindigt in de mest en geeft een ammoniakprobleem. Bioraffinage van gras is beter: dan kan de koe precies krijgen wat zij nodig heeft.

Wanneer Nederland zijn biomassa beter en meer efficiënt gaat benutten, kan het nog een heel eind komen met het voorzien in zijn eigen behoefte aan biomassa. Nederland zal nooit voldoende biomassa kunnen produceren voor zijn energievoorziening, maar indien slim aangepakt kan de sector van chemicaliën en materialen veel groene grondstoffen uit de regio gaan halen. ‘Al zal er altijd import van sommige grondstoffen nodig blijven,’ zegt Elbersen. ‘Zelfvoorziening is een mooi streven, maar wij zijn een handelsland en er is niets op tegen om grondstoffen die wij moeilijk zelf kunnen telen, uit het buitenland te halen.’

Er liggen dus kansen voor ondernemers, vooral op regionale schaal. De cursus Biomassa van Sanders en Elbersen voor Wageningen Academy werd in april van dit jaar voor de tiende keer gegeven.