Lees verder
CatchBio heeft onlangs haar eindrapport gepubliceerd. Binnen het tienjarige onderzoeksprogramma stond katalyse van biomassa centraal. Aanvankelijk lag de focus meer op biobrandstoffen, gaandeweg verschoof de aandacht naar chemicaliën.
Utrecht

Toen CatchBio van start ging, werden drie domeinen bepaald: energie, bulkchemie en fijnchemie/farma. Aanvankelijk lag de focus onder meer op biobrandstoffen, een veelbelovende markt destijds. In een later stadium verschoof de aandacht naar chemicaliën, met name bulkchemie.

‘Biobrandstoffen kwamen meer en meer op negatieve wijze in het nieuws’, aldus Bert Weckhuysen (Universiteit van Utrecht). ‘Je kunt er over discussiëren of dit al dan niet terecht is, maar het heeft wel impact gehad op onze onderzoeksagenda. Toen we na 10 jaar het net ophaalden, kunnen we zeggen dat de onderzoeksresultaten binnen het CatchBio-programma zich vooral situeren in de bulkchemie en in mindere mate rond fijnchemie en materialen.’

Katalysator

Weckhuysen noemt als voorbeeld de katalytische conversie van levulinezuur naar de intermediair gammavalerolacton voor de productie van materialen. Binnen CatchBio is een nieuwe katalysator ontwikkeld, gebaseerd op ruthenium en palladium, die voor een snellere en meer efficiënte conversie zorgt.
Een van de belangrijkste hordes voor de CatchBio-onderzoekers is de biomassa zelf. Het heterogene karakter zorgt voor de nodige uitdagingen om katalysatoren te ontwikkelen die deze variabele input in een gewenst tussenproduct om kunnen zetten. ‘In de praktijk komt het vaak neer op een combinatie van verschillende typen katalysatoren. We hebben inmiddels een overzicht waarin verschillende katalyse-opties (bio-, (thermo)chemisch, heterogeen en homogeen) voor specifieke productroutes zijn bepaald. Het leidende idee is: hoe kun je het katalytisch proces zo duurzaam mogelijk plaats laten vinden? ‘

Lees het CatchBio-verslag of het uitgebreide artikel voor meer informatie.