Het Biobased Performance Materials (BPM) programma werkt aan nieuwe biopolymeren en aan toepassingsgericht onderzoek om de eigenschappen van bestaande biokunststoffen te verbeteren. Het doel daarvan is om biobased materialen te ontwikkelen, die wat betreft materiaaleigenschappen én prijs kunnen wedijveren met de kunststoffen die worden gemaakt uit aardolie.
In het onderzoek werkt het Biobased Performance Materials programma aan het verbeteren van de beschikbare biomaterialen én aan de ontwikkeling van totaal nieuwe biopolymeren. Deze biobased kunststoffen zijn toe te passen in bijvoorbeeld plastic flessen, huishoudelijke apparatuur, trein-, vliegtuig en auto-onderdelen, computerbehuizingen, verven, vloerbedekking en verpakkingsmaterialen.
Aan het programma nemen de belangrijkste Nederlandse kennisinstellingen deel, die zich bezighouden met onderzoek naar biobased kunststoffen. Ook werken circa 40 bedrijven mee in BPM-projecten. Deze variëren van multinationals tot het midden- en kleinbedrijf in de chemische industrie, ontwerpers en bouwers van fabrieken en machines, producenten en verwerkers van biomassa, en eindgebruikers in verpakkingen, auto-onderdelen, consumentenelektronica, de bouw en huishoudelijke apparatuur.
Het BPM-programma wordt gecoördineerd door Wageningen UR Food & Biobased Research en wordt mede gefinancierd vanuit de Topsector Chemie.
Het BPM-symposium staat dit jaar in het teken van onderzoek op gebied van biobased materialen ten tijde van onstabiele olieprijzen en de doelstellingen van het (COP21) klimaatakkoord van Parijs. Sleutelspelers uit het bedrijfsleven zoals ADM, Sabic, Sulzer en Croda presenteren hun R&D-strategiën, waarop de toonaangevende Nederlandse onderzoeksinstellingen zullen reageren. Daags na het BPM-symposium, op 17 juni, vindt een ‘satteliet-workshop lignine’ plaats.
