Lees verder
In 2050 is meer dan 50 procent van de huidige olieproductie nodig voor het maken van polymeren. Het aandeel koolhydraten is nu nog relatief klein (12 procent), maar groeit snel. Dit proces kost twee tot drie decennia.
Jan Ravenstijn

Zowel bio-katalytische als chemo-katalytische conversie van koolhydraten en van CO2 worden toegepast voor de productie van chemicaliën en polymeren. Dit biedt de mogelijkheid voor het vormen van economisch aantrekkelijke nieuwe platformchemicaliën, zoals barnsteenzuur, levulinezuur en furanen. Ook nieuwe polymeren, zoals PLA, PHA en PEF, doen hun intrede.

Men ziet significante veranderingen in de traditionele waardeketens voor materialen. Bedrijven aan het begin van zo’n waardeketen, zoals de grote olie- en chemiebedrijven, krijgen concurrentie van nieuwkomers uit de hout-, papier-, aardappel- en suikerindustrie met sterke grondstofposities en expertise op het gebied van industriële biotechnologie. Ook bedrijven die actief zijn in de afvalverwerking, maken een begin met het opzetten van een “after-use” waardeketen, iets waarop tijdens discussies op het laatste World Economic Forum in Davos werd aangedrongen.

Veel van de traditionele bedrijven nemen te weinig of geen initiatieven of suggereren zelfs om CO2 onder de grond te stoppen, terwijl er al is aangetoond dat het een heel nuttige grondstof kan zijn.

Deze bedrijven weten uit ervaring dat het ontwikkelen en winstgevend op de markt brengen van een nieuw polymeer gemiddeld 20 jaar en 1 miljard euro kost (ontwikkelingskosten, investeringen), vandaar de terughoudende houding. De nieuwe spelers zorgen voor inbreng van andere kennisgebieden in de nieuwe waardenketens. Zij zoeken mogelijkheden om hun productenpakket uit te breiden en hun koolhydraathoudende afvalstromen te verwaarden. Ze hebben echter vaak niet de ervaring die voor de bestaande markten noodzakelijk is. Hoewel dit tot vertragingen leidt, wordt door de vorming van vele allianties in die waardeketens voor de nodige vooruitgang gezorgd.

Over een aantal decennia zal het begin van de waardenketens er anders uitzien. In Noord-Amerika en vele Aziatische landen wordt dit vanuit de overheden sterk gestimuleerd. Europa moet niet te lang op zijn lauweren rusten. Minimaal moet een gelijk speelveld gerealiseerd worden voor hernieuwbare chemische materialen en energie.