Lees verder
Fiby Products produceert sinds begin dit jaar (bio)composiet onderdelen voor de sectoren transport, bouw en civiele techniek. De producten bestaan tot 70 procent uit natuurlijke vezels en bieden een duurzaam alternatief voor bijvoorbeeld constructies uit metaal of traditionele composieten die met glas- of koolstofvezels versterkt zijn. Uitdagingen in deze pioniersmarkt zijn de beschikbaarheid van geschikte, voldoende sterke, natuurlijke vezels en betaalbare biobased harsen.
Vincent Hentzepeter

In de nieuwe fabriekshal in Emmen komen de vezels op rollen van ruim een meter breed binnen. Medewerkers draperen ze in een mal en plaatsen er een vacuümfolie overheen die ze aftapen. Na het aanbrengen van een slang stroomt de meercomponentenhars onder invloed van het drukverschil toe en vult de mal zich.

‘De vezels worden geïmpregneerd met hars’, zegt Jos ter Laak, managing director van het Composite Technology Centre (CTC) in Hengelo. ‘Dit geeft een bijna luchtbelvrij laminaat met een hoog vezelgehalte. Ons proces leent zich goed voor grote producten, zoals containerachtige toepassingen en plaatvormige constructies. Denk aan overkappingen en vloeren voor de bouw, en brugdekken en sluisdeuren voor de civiele techniek. Dat zijn de markten waar wij ons met Fiby op richten.’

Lichtere kiepbakken

Fiby Products werd in februari dit jaar opgericht als productiebedrijf door CTC, Machinefabriek Emmen (MFE) en Kooiker. Drie partijen die al langer samenwerken. Hierin is CTC de specialist in composietmaterialen met een thuismarkt in de windenergie en apparatenbouw. MFE en Kooiker zitten in de infra- en transportmarkt. Ter Laak: ‘Productie voor deze markten is uiteindelijk gezamenlijk vormgegeven in de productie-BV Fiby. Wij richten ons op duurzame ontwikkeling in windenergie, de transportsector en de inframarkt. Windenergie valt buiten de productie van Fiby, in die sector heeft Nederland in de maakindustrie de slag verloren. In transport werken we bijvoorbeeld aan gewichtsbesparing in kiepbakken en daarmee ook besparing op brandstof en van de uitstoot van schadelijke stoffen. De door ons ontwikkelde composietbak is net zo sterk als staal, maar weegt geen 4.000 kg maar 1.700 kg. Hij isoleert ook veel beter dan dubbelwandige staalconstructies die toch koudebruggen hebben. In onze bak blijft asfalt warmer en hoeft de centrale het 20 graden minder op te stoken. De bak is niet van biopolymeren gemaakt, maar levert toch een bijdrage aan de duurzaamheid. In de inframarkt zoeken we het in een langere levensduur van onderdelen, gekoppeld aan minder onderhoud – waar mogelijk met gebruik van duurzamere materialen, bijvoorbeeld biobased. Met deze samenwerking versterken we onze positie in de markt.’

Biocomposietbrug in Wildlands

Diverse bedrijven produceren al biocomposiet producten, zoals dashboards, binnenbekleding van autodeuren en meubilair. Fiby beperkt zich echter tot constructieve toepassingen, lees de grotere constructies. Die markt staat nog in de kinderschoenen. De bouw van een biocomposietbrug voor Wildlands Adventure Zoo was het eerste biocomposietproduct, Omdat de markt zo nieuw is, was dit een trigger voor meer van dit soort opdrachten. ‘We zijn drie jaar geleden door het nieuwe dierenpark Emmen gevraagd om een biobased loopbrug in het park aan te leggen. Dat is de start geweest om dieper in de materialen te duiken. Er was op dat moment nog weinig bekend over wat er aan biobased grondstoffen te koop was voor grote constructies en wat je ervan kunt verwachten in constructieve toepassingen. Bruggenbouw vraagt om hoogwaardige vezeleigenschappen, dat is bij biovezels best lastig. De korte vezels die algemeen voor kleine biocomposietproducten gebruikt worden, eigenlijk een soort geperste kokosmatten, kunnen niet veel krachten overbrengen. Je heb heel lange vezels nodig voor constructieve sterkte. Liefst moeten ze beschikbaar zijn als een doek. Dat soort materiaal is schaars en dus duur en er is weinig ervaring mee in de bouw. Deze kosten al gauw 30 euro per kg tegen 1 euro voor kokosvezels.’

Andere projecten

Nog moeilijker bleek het vinden van bioharsen voor de matrix. ‘Zulke harsen zijn net uit het researchstadium gekomen. Er is bijna geen voorraad en de prijs is hoog. Je moet het dus als batch laten maken. Verder is er weinig bekend is over het “langeduurgedrag” van biocomposieten. Daarom hebben we extra glasvezels toegevoegd om het sterk en duurzaam genoeg te krijgen voor goedkeuring.’

Uit de oplevering van de brug kwamen vervolgaanvragen voor biocomposiettoepassingen: van meubels tot overkappingen. ‘Vanuit de Provincie Drenthe ligt er een project voor biocomposiet carports met geïntegreerde zonnecellen met oplaadmogelijkheid voor elektrische voertuigen. Ook zijn we in Emmen betrokken bij de aanleg van een biobased fietspad: een vlonderconstructie met palen in de grond, die je aanlegt zoals ‘stelconplaten’.’