Lees verder
De kogel is door de kerk. Op 30 maart werd de aftrap gegeven voor de realisatie van het Bio Treat Center op Brightlands Campus Greenport Venlo. In Nederland het eerste centrum waar het bedrijfsleven, samen met kennis- en onderzoeksinstellingen, hun technologieën op het gebied van biomassaverwaarding op gaan schalen.
Lucien Joppen

Pretreatment is een essentiële stap om de vaak weerbarstige biomassa voor te bereiden op de down stream processing stap. Bepaalde componenten moeten zodanig worden ontsloten zodat de kwaliteit en volume voldoende zijn om een business case te maken.

Nu is het zelden een technologie die in de pretreatmentfase wordt ingezet. Vandaar dat het BTC is opgezet met bedrijven met uiteenlopende processen. Bovendien wil het BTC bij voorkeur projecten opzetten waarbij de hele waardeketen is betrokken: van eindafnemer tot aan de leverancier van de grondstof. Daarbij is de vraag van de afnemer sturend, zeg maar van klant tot plant.

Onder een dak

De link naar de land- en tuinbouwsector is evident. In de regio Zuidoost-Nederland (Oost-Brabant, Noord-Limburg) is deze sector goed vertegenwoordigd, met ondernemingen die verder willen kijken dan de heersende verdienmodellen. ‘De vraag naar en behoefte aan een centrum waar toegepast onderzoek wordt verricht naar pretreatment van verschillende vormen van biomassa – met name uit de tuinbouw – is groot’, aldus Patrick Lemmens, Business Developer biobased economy bij Brightlands Campus Greenport Venlo en betrokken bij Source B. ‘Het ontbrak alleen aan een fysieke locatie waar deze partijen elkaar kunnen vinden. Met het BTC kunnen we deze partijen onder een dak brengen en hen zodanig faciliteren (apparatuur, mankracht) dat ze snel stappen kunnen maken in deze fase. Duidelijk is in ieder geval: de kern van het BTC wordt gevormd door bedrijven die werken aan concrete business cases. Het moet bedrijvigheid op gaan leveren, geen mooie rapporten.’

Halfopen innovatie

Wel, die bedrijvigheid is er nu. Inmiddels zijn vijf bedrijven aangesloten bij het BTC: NewFoss, Hofmans (biomassa logistiek en verwerking), Grassa!, Eco-Makelaar en Ingenia. Vanzelfsprekend staat het BTC open voor andere bedrijven. Lemmens betitelt het BTC als een “halfopen innovatielokatie”: samen innoveren met een muurtje ertussen.

Een van de deelnemers is een bekende speler in de Nederlandse bio-economie: NewFoss Biobased products & techniques uit Uden. Het bedrijf heeft inmiddels een naam opgebouwd met haar proces om gras te raffineren en uiteen te leggen in vezels en andere componenten zoals eiwit.

Stevia raffineren

NewFoss gaat op het BTC onder meer onderzoek doen naar de raffinage van stevia. ‘Deze plant, een leverancier van zoetstof, wordt nu voornamelijk in China en Zuid-Amerika geteeld’, aldus directeur Geert van Boekel. ‘Het probleem is dat de teelt niet altijd op een duurzame manier plaatsvindt. Bovendien is de dropachtige bijsmaak van stevia vaak een sta-in-de-weg bij applicaties in food (frisdranken etc.). Wij hebben, gebaseerd op onze inzichten in grasraffinage, een manier gevonden om stevia zodanig te raffineren dat de bijsmaak niet optreedt. We kunnen dit kunstje uitvoeren op labschaal. Op het BTC willen we dit opschalen naar een 1000 kiloschaal. Samen met onder andere Wageningen UR en Maastricht University kijken we ook naar andere werkzame stoffen van de plant, onder meer voor de farmacie. Bij voorkeur willen we, als de opschaling succesvol is, samen gaan werken met lokale leveranciers. De stevia-plant kan in dit klimaat gedijen. Deze hoeft dus niet per se onder glas.’

Biobitumen

Een andere ‘oude bekende’, het ingenieurs- en adviesbureau Ingenia, gaat op het BTC haar proces opschalen om, op basis van verschillende soorten biomassa, biobitumen voor asfalt te maken. Op labschaal heeft het bedrijf al een product gemaakt door biomassa op 300 graden te verwarmen onder een druk van 200 bar. Volgens Ingenia-directeur Ronald Verberne heeft het product dezelfde kwaliteit als fossiele bitumen. Alleen de prijs zal wel een uitdaging vormen. In ieder geval hebben enkele wegenbouwers interesse getoond, aldus Verberne. ‘We hebben nog wel een paar jaar nodig om op te schalen en testen uit te voeren met ons biobitumen. Het mooie van het BTC is dat we met een andere BTC-partner, machinefabriek Hofmans, gaan onderzoeken hoe we de biomassa voor kunnen drogen. Het vochtgehalte van de input bepaalt namelijk in hoge mate de eindkwaliteit.’

Productielijn voor kalkhennepblokken

Richard de la Roy, eigenaar/oprichter van Eco-Makelaar, ontwikkelt en levert duurzame/biobased materialen aan de bouw. ‘Binnen het BTC ga ik een aantal interessante trajecten onderzoeken. Zo werk ik aan een systeem waarbij kalkhennepblokken als dragende elementen gebruikt kunnen worden. Naast onderzoek rondom de juiste samenstelling van de blokken moet er een productielijn worden ontworpen om deze blokken tegen geldende marktprijzen te maken. Dat gaan we doen binnen het BTC. Een ander project is om hennephout van een biobased bitumen coating te voorzien, waardoor het als duurzaam alternatief vulmiddel in dakafschotten kan worden ingezet.’

Grassa

Grassa! richt zich op mogelijke routes om via kleinschalige bioraffinage – in een mobiele installatie – gras en andere gewassen te raffineren en leverancier van bioraffinage producten te worden.

‘We zien het BTC als onze R&D-faciliteit in het zuiden’, zegt directeur Martijn Wagener. ‘Daarbij hevelen we een deel van onze apparatuur in het nabijgelegen Panningen over naar Venlo.’

Grassa gaat binnen het BTC onder meer samenwerken met het Feed Design Lab in Wanssum, Noord-Limburg. ‘We gaan kijken hoe we het graseiwit, de vezels en het sap in kunnen zetten als voer voor pluimvee, varkens en runderen.’ Daarvoor zijn verschillende fracties nodig: zo kan graseiwit in natte vorm wel als varkensvoer worden gebruikt, maar niet voor de andere dieren.

Een ander project waar Grassa! in het BTC mee aan de slag gaat, is het raffineren van waterplanten. Sommige varianten zijn de laatste jaren enorm gegroeid en zorgen voor extra werk voor de waterschappen. ‘Ons proces werkt ook voor deze planten. De kunst is om de bestaande verwaardingsroute, compostering, te verslaan. Bovendien moeten we voor de bioraffinageproducten een bestemming voor te vinden waar partijen voor willen betalen. Nu zijn deze woekerende waterplanten alleen een kostenpost.’