Lees verder
Welkom bij de conferentie 'Biomassa als grondstof voor de industrie' in Rotterdam. Agro&Chemie doet vandaag live verslag van deze bijeenkomst.

17:20 Afsluiting

 

Het congres is afgelopen. Tijd om te borrelen!

 

17:17 Uitreiking Biobased Start-up Award 2014

 

De biobased gevelbekleding Ceranex van Nova Lignum is de winnnaar van de Biobased Start-up Award 2014. Het publiek van de conferentie ‘Biomassa als grondstof voor de industrie’ bepaalde de winnaar.

 

17:13 – tekenen van overeenkomst DBC en Energie- en Grondstoffenfabriek

 

Hennie Roorda (Unie van Waterschappen) en Agnes van Ardenne (voorzitter van bestuur Dutch Biorefinery Cluster) hebben beiden de overeenkomst ondertekend. Van Ardenne: ‘Cross-sectorale verbindingen zijn hot. Oplossingen zie je ontstaan op de breukvlakken tussen sectoren en niet binnen de afzonderlijke sectoren zelf. De kunst is om de samenwerking te verzilveren.’

Roorda: ’23 waterschappen hebben elk zuiveringsinstallaties. We hebben dus de beschikking over grote hoeveelheden biomassa die we kunnen verwaarden als energie, maar ook als andere componenten.’

 

17:05 Afsluitende discussie – Uitdagingen, kansen en strategieën van de procesindustrie

 

Deelnemers:

  • Annita Westenbroek, Directeur Dutch Biorefinery Cluster (DBC) en Manager Innovatie Green Deal Agro Papier Chemie (APC)
  • Colette Alma, Algemeen Directeur Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI)
  • Art de Boo, Businessline Manager Biobased Economy, TNO
  • Victor Vreeken, VP Operations Manager, Avantium
  • Hans Huijbers, Voorzitter, LTO
  • Daan Dijk, Managing Director Sustainable Business Development, Rabobank

Alma over de kansen van de BBE: er zijn enorm veel kansen. De chemie zal zich in een transitie gaan begeven, waarbij een deel van de activiteiten zal verdwijnen en nieuwe activiteiten worden toegevoegd.
Sterk in de picture: een verduurzaming van de chemie, o.a. circulaire economie. Nieuwe technologieën: op gebied van conversie, biotechnolgie, meer partnerships met de agio(food)sector.
Nieuwe producten komen er aan, mede door nieuwe technologieën.

Victor Vreeken gaat in op uitdagingen voor de industrie. Hoe zorgen we dat er een trekkracht vanuit de markt ontstaat? Zoeken naar toegevoegde waarde in de markt, geen technology push. Nadruk leggen op biomassa, waardoor we kunnen concurreren met PET.

Hans Huybers van ZLTO: over kansen voor de primaire sector. Richten op het eindproduct. Grootste kans is de fotosynthese van planten. Is een zeer efficiënt proces. Kennis van de boer, aan de vooravond van de eeuw van de landbouw. Boeren kunnen hun kennis van planten en bodems inzetten voor de BBE. Niet alleen leverancier van food die tegen dumpprijzen wordt weggezet.

Daan Dijk, Rabobank:
Fusie tussen chemie en agro. Hij voorziet een ingrijpende transitie naarmate deze twee dichter bij elkaar komen. Hij kent inmiddels tal van chemiebedrijven en foodspelers die kijken naar business cases
op dit gebied. Tip: kijk niet sec naar toepassingen, maar naar de mogelijkheden die moleculen bieden.

Alma over chemie: ze voorziet dat 20 procent van de chemie gaat verdwijnen. De resterende 80 procent zal in toenemende mate vergroenen. Niet alleen biobased, ook aandacht voor circulaire oplossingen. Dit geldt voor zowel de organische als de anorganische chemie.

Huijbers krijgt de vraag: ‘zien de boeren de BBE echt als een kans?’ Er is een groep bezig met overleven. Andere groep die denkt vanuit kansen, maar ze lopen tegen organisatie en gemis aan focus aan. Ze willen ook niet in een situatie komen waarbij ze puur een toeleverancier zijn en dus minder kunnen profiteren van een mogelijke meerwaarde. Men is ook bevreesd dat successen gelijk worden gekopieerd.

Vreeken: Avantium is het paradepaardje in de Nederlandse BBE. Vraag: Waarom zit het bedrijf in Nederland, of gaan jullie uiteindelijk daar waar de biomassa goedkoper is?
Vreeken: we willen onafhankelijk zijn van de geografie, dus geen afhankelijkheid van biomassabron. We kiezen in eerste instantie voor die geografieën waar we in eerste instantie een commerciële introductie
kunnen doen.

Wachten met spanning op tweedegeneratie glucose. We testen hier al met goed gevolg mee. Echter, qua aanbod is het nog niet afgeregeld, de beschikbaarheid laat op zich wachten.

Westenbroek over de consument: je hebt bewuste en onbewuste consumenten, waarbij de bewuste consumenten ook niets altijd de beste keuzes maken. Consumenten kiezen vaak voor comfort, gemak en wil niet per se biobased kopen. Het gaat om andere criteria (design, et cetera).

Alma: biobased zullen we concurrerend moeten maken, zeker qua prijs, als fossiel.

Kan de design- en creatieve sector helpen om biobased te populariseren?

de Boo: ik zou niet op dit paard wedden. Is aardig, maar meer ook niet. Op een hoger niveau zie ik meer heil in circulaire concepten, waarbij producten worden ontworpen op basis van het hergebruik. Vermeldt Goodyear die banden leaset waarbij klanten betalen voor de kilometers en niet voor de banden zelf.

Westenbroek: nieuwe eierdoos op de pluimveebeurs. Is niet biobased, fossiel, maar wel geweldig design die iedereen wil hebben! Met andere woorden, let op design dat aansluit bij consumentenwensen.

Willlem Sederel sluit de discussie af.

 

16:12 Jan Ros van Planbureau voor de leefomgeving (PBL)

 

Ros spreekt over het interactieve product Biomassa: wensen en grenzen, dat ingaat op de problematiek rond biomassa, bio-energie en de ‘biobased economy’. Met het digitale platform wil het PBL de discussie rondom biomassa ondersteunen. Het debat over biomassa wordt vaak in termen van ‘goed’ of ‘slecht’ gevoerd en dat is jammer, vindt het PBL. Om mensen een compleet beeld van biomassa te geven heeft het PBL een interactief product gelanceerd.

De informatie is beschikbaar via website en app. De interactive bestaat uit drie lagen: generieke informatie, verduidelijking en verdere verdieping (plus links naar rapporten).

 

15:45 Kees Kwant en Wolter Elbersen over biobased grondstoffen uit het buitenland

 

NGO’s spelen een belangrijke rol om biomassa te lokaliseren en mogelijk te verwaarden. Ook belangrijk is hun impact op verduurzaming van biomassa. Food versus fuel is geen issue, het is food én fuel.
Veel projecten zijn opgestart vanuit onderzoeksmotieven en minder vanuit economische drijfveren. Het programma heeft nu 4 jaar gelopen.

Nederland is en blijft afhankelijk van import van biomassa van overzee. Waar we nu zijn is de vervolstap: hoe en hoeveel biomassa heeft de Nederlandse industrie nodig? Bevindingen van het traject zijn gepubliceerd in Green Matter Magazine.

Wolter Elbersen gaat in op Pellets for Power: import duurzame biomassa uit de Oekraïne. Hierin worden riet en switchgrass verwerkt tot pellets en lokaal toegepast in Nederland.

Vraag: is dit duurzaam? (ILUC-vrij, dus geen indirect landgebruik).

Aanbod in de Oekraïne: 10 miljoen ton stro per jaar beschikbaar, wordt nu vaak in de fik gestoken. Problemen: lage kwaliteit, contracten kun je afsluiten maar moeilijk afdwingen. Switchgrass en riet zijn wellicht veelbelovender.

Switchgrass wordt in de VS gebruikt als bodemverbeteraar en als anti-erosiemiddel. Daarnaast is het een energiegewas en heeft weinig input nodig, low maintenance.

Riet is zeer productief en gratis. Produceert wel methaan. Wordt vaak verbrand in de Oekraïne, is ook een kwetsbare plant in natuurgebieden.

 

15:05 Verwaardingsroutes van biomassa van de waterschappen

 

Korte intro over Waterschappen en de belangrijkste taken (onder andere de waterkeringszorg, het waterkwantiteitsbeheer en het waterkwaliteitsbeheer). De waterwegen die de Waterschappen beheert herbergen allerlei biomassastromen. Ook aanpalende vegetatie zoals riet en andere planten.

Het Waterschap wil leverancier zijn in de BBE, onder meer gas, fosfaat in de vorm van struiven. Je kunt vetzuren eruit halen voor de chemie. Dat gebeurt nu nog niet.
Terugwinnen van detergenten is ook een mogelijkheid. Zou meer op locatie kunnen en moeten gebeuren.

Bronnen: onder meer cellulose via wc-papier: 140.000 ton per jaar in NL. Deze cellulose kan onder meer worden gebruikt als afdruipremmer bij het aanleggen van zoab-asfalt.
Andere opties: isolatiemateriaal, bio-ethanol, tegengaan van betonrot, bioplastics.
Aan papier kleven hygiënerisico’s. Daarom zijn toepassingen in het fooddomein niet toegestaan.

Wat zijn de kosten per ton? Antwoord: we moeten dit nog doorrekenen. We hoeven geen winst te maken, maar eigenlijk de zuiveringskosten goedkoper maken voor de omwonenden.

Maaisel: er loopt een project om dit maaisel te gebruiken voor de teelt van oesterzwammen. Deze zwammen breken de cellulose af en zetten deze om in voeding.
Ook een project om op basis van maaisel graspapier te produceren.

 

14:04 Praktijkronde 2: Chemicaliën, materialen en plastics

 

De mannen van BioBTX, André Heeres (CSO) en Niels Schenk (COO), trappen af. Biobased aromaten zijn belangrijk, aldus de spreker! Bedrijfje wil wereldleider worden op gebied van bio-aromaten. BioBTX is jointventure van Syncom en KNN. Beide bedrijven zijn weer spin offs van de Rijksuniversiteit Groningen. De technologie is ontwikkeld samen met vakgroep chemie van de RUG.

BioBTX: groene automaten en derivaten. Katalytische pyrolyse van biomassa, ook aandacht voor synthese van FDCA.
BTX-reactor is een simpel model, Auger, om beter om te kunnen gaan met complexe ingangsmaterie, lees verschillende vormen van biomassa. Capaciteit is 4 kilo per dag.
Leuk detail: pas geleden heeft BTX luiers omgezet in BTX. Géén food-versus-chemicals-discussie, grapt de spreker.

Waar worden (bio)aromaten onder meer in verwerkt? PBS, polycarbonaat, pur. Kortom, bestaande markten waar drop-ins op basis van bioaromaten gelijk in kunnen stromen.

Waarde van BTX is hoog, hangt nauw samen met de olieprijs. De verwachting is dat BTX sterker zal groeien als de olieprijs, op basis van een verwachte krapte. Als voorbeeld geeft de spreker de ontwikkeling van de benzeenprijs.

Opschalen van lab naar een kamervullende opstelling is behoorlijk lastig. Zie ook de opbrengsten die sterk kunnen fluctueren. Hoe dan ook, de yield van BTX neemt toe, goed nieuws dus.
Richting de markt? Kosten van de katalysator zijn belangrijk. Oplossing: tweetraps katalyse. Eerste stap is voorbewerking, in de tweede stap worden de koolwaterstoffen pas omgezet in aromaten. Dat is beter voor katalysator, minder snelle slijtage.

Afsluiter: BioBTX wil met Cumapol 100 procent biobased pet maken (PET= MEG en PTA). BioBTX zoekt nu financiering voor verdere opschaling en een partner in de chemie om biobased aromaten beter in te laten stromen in de markt.

 

12:05 Kees de Gooijer, directievoorzitter Stichting TKI-BBE

 

Binnen 3 tot 4 jaar moeten producten richting de markt, anders loopt de aandacht van de beleidsmakers terug. Binnen TKI zijn circa 150 bedrijven actief met onderzoeken/projecten die ook zelf investeren.
Be-Basic functioneert en als het niet stuk is, don’t fix it.

De Gooijer is uitgebreid ingegaan op de TKI-regelingen binnen BBE en Agrifood. Hij sluit af met de mededeling dat er al veel producten op de markt zijn die biobased zijn. Hij verwacht dat de doorbraakinnovaties met name komen van de non-usual suspects. Beton is geen uitvinding van de baksteenindustrie, de mobiele telefoon is ook niet afkomstig van de makers van landtelefoons.

Welke doorbraken verwacht De Gooijer? PEF is een mooi product. De pyrolysefabriek van Empyro is een concreet initiatief dat banen oplevert.

 

11:35 Discussie biobased verpakken (vervolg)

 

Verder naar het belang van NGO’s.

Weustink: veel gesprekken met NGO’s gevoerd onder meer op gebied van food versus chemicals. Zie ook het belang van suiker als feedstock voor de chemie.
Ook DSM en FrieslandCampina zijn druk in gesprek met NGO’s om hun beleid te toetsen.

Opmerking vanuit het publiek: verpakkingen met verschillende bestanddelen kunnen niet worden gerecycled. Betekent dat deze verpakkingen uiteindelijk worden verbrand.

Ron Groenland: er zijn systemen die deze verpakkingen uit elkaar kunnen halen, zie melkkartons. Ook onderzoek naar meeste efficiënte inzameling.
LCA van melkkartons is lager dan van plastic, aldus de Groenland.

Sederel breekt de discussie af.

 

11:28 Discussie biobased verpakken (vervolg)

 

Ron Groenland:
Consumenten wil duurzamere verpakkingen, maar geen concessies doen aan kwaliteit of aan prijs. Wil niet zeggen dat alle consumenten er zo over denken, wel blijkt t uit marktonderzoeken dat consumenten de hand stevig op de knip houden. Op gebied van bioplastics is er nog altijd verwarring. Meesten denken dat biobased bio-afbreekbaar is, moet je weer uitleggen. Wij kiezen voor recycleerbaarheid, zodat bioplastics mee moeten komen in de recyclingstromen.

Jo Cox:
Recyclage werkt als van te voren de stromen goed worden gescheiden.

Reinier Grimbergen:
Niet alleen de technische parameters zijn belangrijk, maar vooral ook waar wordt waarde toegevoegd? Hoe maak je het de consument duidelijk waar en hoe je het verschil maakt?

Willem Sederel, die de discussie modereert, geeft aan dat niet alleen de technologie zaligmakend is. Gaat ook om sociale innovatie.

Weustink:
Sociale innovatie: er is nog veel werk aan de winkel, bijvoorbeeld de wijze waarop de stakeholders participeren in en profiteren van biobased trajecten. Er wordt veel over gepraat, maar er gebeurt te weinig concreet.

Opmerking vanuit het publiek:
Gezondheidsvoordelen: het voorkomen dat minuscule bestanddelen van plastics die niet ‘lekken’ in voedingsmiddelen. Bijvoorbeeld braadzakken voor kippen. In zulke proposities kun je die waarde kwijt.
Punt is wel dat deze verpakkingen opgeschaald moeten worden. Het zijn mooie producten maar nog teveel niche.

Opmerking van Louise Vet, NIOO:
Je moet het niet van een consumentenstuivertje af laten hangen. Moet de consumenten ook geen alternatieven bieden.

Grimbergen:
er zijn wel prijsverschillen tussen de verschillende materialen, waarbij consumenten nog steeds de voorkeur geven aan goedkopere oplossingen.

 

11:05 Discussie over biobased verpakken

 

Deelnemers:

  • Karin Weustink, Plaatsvervangend Directeur Biobased Economy, Ministerie van Economische Zaken
  • Reinier Grimbergen, Director Science to Innovate, DSM
  • Ron Groenland, Packaging Development Manager, FrieslandCampina
  • Jo Cox, Algemeen Directeur Smurfit Kappa Roermond Papier en vice-voorzitter VNP

Cox van Smurfit Kappa: zijn bedrijf werkt al biobased, liggen enorm veel kansen. Maken verpakkingen van 100 procent gerecycled papier. Papier als verpakking is de allerbeste verpakkinsgmethode, in dit segment zit ook nog groei in termen van volume.

Ron Groenland (FrieslandCampina): is verantwoordelijk voor alle verpakkingen wereldwijd van FC. Over biobased verpakking: is onderdeel van FC’s aanpak, lees papier/karton als drager. De nadruk ligt wel meer op recyclage.

Grimbergen (DSM): produceert onder meer bouwstenen, monomeren en polymeren, voor verpakkingen, o.a. arnitel eco en ecpaxx.
Nadruk op circulaire economie, het houden van grondstoffen in een gesloten systeem.

Weustink: namens de BBE-groep van het Ministerie van EZ. Aanvankelijk nadruk op gesprekken, langzamerhand stromen meer en meer producten de markt op. Belangrijke taak: het in kaart brengen van obstakels onder de naam van Botsende belangen. Vanzelfsprekend ook het wegnemen van deze obstakels, bijvoorbeeld op gebied van afvalwetgeving (zie samenwerken met ministerie van I&M).

 

10:59 Dirk Carrez, Executive Director, Biobased Industries Consortium

 

Carrez is directeur van het Biobased Industries Consortium, het publiek-private samenwerkingsverband in de EU op gebied van de BBE.

BIC is het gevolg van intensief lobbyen in de industrie. Waarom? We lopen in de EU een beetje achter. In de VS veel aandacht voor opschalen en industrie bijvoorbeeld in bio-ethanol, niet alleen als brandstof, maar ook als component voor de chemie.

Ook de chinezen gaan hard, kijken naar alternatieven voor olie (brandstof). In de Eu zijn de inspanningen zeer gefragmenteerd. Plus de public funding die gaat naar innovatie, is vrijwel uitsluitend gericht op precompetitief onderzoek, en veel te weinig naar proofofconcept-trajecten.
Doel van het BIC: meer aandacht voor proof of concept en deployeert (hoe kunnen we producten gaan maken?)

Wat is het probleem?
We hebben agrosector, chemie, maakindustrie en know how. Echter, we opereren teveel in silo’s. Sectoren werken te weinig samen, op overheidsniveau hetzelfde plaatsje. Departementen doen hun eigen ding, zonder dat er enige vorm van afstemming van beleid is.

Via het BIC: bruggen bouwen tussen sectoren. De projecten die binnen het BIC worden uitgevoerd, moeten rekening houden met de volledige waardeketen.
We hebben ook een droom: uitkomen bij een duurzame bio-economie.

BIC kent een strategische onderzoeksagenda rondom 5 waardeketens:
– lignocellulose: energie, materialen
– papier (biomassa uit bossen)
– landbouwgewassen
– afvalstromen
– bio-energie

BIC heeft nu 70 bedrijven als lid, 40 grotere bedrijven, 17 mkb en een aantal clusters, die ook het midden- en kleinbedrijf vertegenwoordigen. Nederland is goed vertegenwoordigd, zwaartepunt ligt in West-Europa. Nog te weinig leden uit Oost-Europa, wel veel interesse uit deze landen, aldus Carrez. Inmiddels zijn ook verschillende sectoren aangesloten (o.a. de papierindustrie).

Belangrijk is: de rol van de regio’s. Waarom? Omdat de EU toelaat dat het programma ook gefund kan worden met regiogelden. Dat kan onder meer ook op basis van RIS3-gelden. Dat is EU-geld dat
is bestemd voor de Europese regio’s, gericht op smart specialisations. Deze stromen kunnen dus parallel aan elkaar lopen. We zijn bezig met guidelines om te bepalen hoe deze gelden in vergelijkbare projecten kunnen worden ingezet.

Planning: eerste call op 9 juli, waarna de eerste projecten begin 2015 van start gaan.

 

10:38 Verbindingsproblemen

 

Er zijn helaas problemen met de verbinding waardoor het niet mogelijk is om live updates te plaatsen. Hopelijk zijn we snel weer terug!

 

10:00 Johan Sanders (voorheen werkzaam aan Wageningen UR)

 

Biomassa kent tal van food en non-food toepassingen (papier, textiel etc). De uitdaging is om in de komende jaren non-food te gebruiken voor toepassingen die nu nog fossiel zijn. Het gaat om een vervanging van 30 procent van het volume.

Vraag? Wordt nu gedreven onder meer door wet- en regelgeving. Zie de drang naar energiezekerheid in de VS Plattelandsontwikkeling (o.a. in Duitsland en Frankrijk). Geopolitieke condities.

2050:
20.000 miljoen ton biomassa nodig per jaar om aan 30 procent te komen. Dat is nu niet haalbaar. We zullen met 3 procent per jaar moeten groeien aan de landbouwkant.

We kunnen deze uitdaging aangaan met de volgende voorwaarden:
1. Geen gesleep met biomassa (lees water). Decentrale verwerking dicht bij de bron. Bijvoorbeeld een mobiele container die in Afrika cassave bioraffineert.
2. Bioraffinage, het scheiden van verschillende componenten.
3. Nieuwe processen zullen ontwikkeld moeten worden.

Voorbeeld: zie de enorme feedstroom die in NL wordt gebruikt. Je kunt hieruit verschillende componenten halen die dieren niet nodig hebben en waarmee je producten kunt maken. Welke producten? Ingrediënten voor humane voeding, farma, brandstoffen et cetera.

Waar kan biomassa concurreren met fossiel?
1. Warmte
2. Elektriciteit,
3. Transportbrandstoffen
4. Bulkchemie

Met name in de laatste categorie zijn de kansen voor biochemicals het beste. Met verbranden vernietig je meer dan de helft van de waarde.
Je kunt ook door lagere proceskosten de hogere kosten van de feedstock compenseren. Wel letten op meerdere verwaardigen (cascadering) om verdienplaatje gunstiger te maken.

Denkt dat de Nederlandse chemie 40.000 extra banen nodig heeft om een deel van de chemie te verbiobaseren.

Over tweedegeneratie ethanol:
In de VS is men daar ver mee. In Europa geen kansrijke ontwikkeling: te weinig biomassa en te hoge kosten.

 

9:22 – Opening door Willem Sederel

 

Er zijn nogal wat seminars op gebied van de BBE. Ik heb eens geturfd in april en mei. Het is niet goed dat dezelfde groep vaak bij elkaar komt en elkaar vertelt hoe goed het gaat.
Het mooie van deze bijeenkomst is dat er vertegenwoordigers van verschillende sectoren zijn. Het is van belang dat vogels van uiteenlopend pluimage elkaar treffen.
Biomassa is thema van deze dag. Waar hebben het over? Welke soorten biomassa? Welke spelers zijn erbij betrokken?

Wat zijn de kansen op korte, middellange en lange termijn?
Deze aspecten komen vandaag aan de orde. Ook belangrijk: hoe meten we vooruitgang? Kan onder meer door een score card waarin alle stakeholders zich kunnen vinden.