Lees verder
Voor de deur van H4A in Sas van Gent ligt een proefvak met bio-asfalt. De aandacht van de media en interesse uit de infra-sector is enorm. Vreemd is dat niet, volgens bedrijfsleider Martijn Verschuren van de Zeeuwse aannemer. ‘De verduurzaming van asfalt is een hot topic in onze sector. Ons innovatieve asfaltmengsel, waarbij de helft van de bitumen is vervangen door lignine, levert substantiële winst voor het milieu op.’
Edwin van Gastel

Twee jaar geleden sloegen projectpartners als Wageningen UR, het Asfalt Kennis Centrum (AKC), Zeeland Seaports, Cargill en H4A de handen ineen op initiatief van Impuls Zeeland. Doel was het ontwikkelen van een bio-asfalt, waarbij een deel van de bitumen wordt vervangen door lignine, een reststof die vrijkomt bij verschillende industriële processen en is in principe ruim voorhanden.

Versnelling

‘Je hebt echter vele verschillende soorten lignine’, duidt Verschuren. ‘Je kunt de bitumen in asfalt er niet zomaar voor inruilen zonder consequenties voor het eindproduct. We moesten het laboratorium in. Onderzoekers van de Universiteit Wageningen en het AKC werkten ruim anderhalf jaar aan een methode om het te bewerken tot een goede vervanger en te zoeken naar de optimale verhoudingen. Je maakt dan stukken asfalt ter grootte van een stoeptegel die op allerhande eigenschappen worden getest. Het mag niet afbrokkelen, niet schimmelen, noem maar op. Dat is een langdurig proces, zeker als je het in handen van de wetenschap laat. Er is immers altijd ruimte voor verbetering. De betrokkenheid van H4A als aannemer, Zeeland Seaports als wegbeheerder en Cargill als potentiële leverancier van lignine zorgde echter voor de nodige snelheid. Wij zoeken toch van nature de markt en willen snel naar de praktijk.’

Strooizout

Begin juli 2015 werd een proefvak van 70 meter lang en 3,5 meter breed aangelegd. Het bio-asfalt is toegepast in de toplaag van zo’n 3,5 centimeter. Het testtraject ligt bij H4A voor de deur en niet zonder reden. De weg wordt intensief gebruikt door zware vrachtwagens die van en naar de asfaltcentrale rijden. In de komende winter wordt gekeken hoe het reageert op vorst en strooizout. Daarna wordt beoordeeld of het zich goed houdt onder de weersomstandigheden in de lente en de zomer. Verschuren maakt zich echter geen zorgen.

‘Het is uitputtend getest in het lab en het houdt zich tot nu perfect. En als het hier goed gaat, dan gaat het goed op iedere denkbare locatie. Het geloof van alle betrokken partijen in dit product is heel erg groot, temeer omdat het een enorme milieuwinst oplevert. We zijn er in geslaagd de helft van de bitumen te vervangen door lignine. Er wordt over heel de wereld enorm veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van duurzaam asfalt, zoals het verminderen van het toevoegen van nieuwe grondstoffen en werken met lage temperaturen. Voor zover wij weten is onze oplossing volstrekt uniek. Dat wordt ook onderstreept door het grote aantal telefoontjes die we krijgen, uit Nederland, maar bijvoorbeeld ook uit Engeland, Duitsland en Zweden. De interesse is enorm.’

Kritische vragen

Een innovatief, duurzaam product op de markt brengen is niet automatisch een garantie voor succes. Dat weet Verschuren, maar ook wat dat betreft is hij positief gestemd. ‘Vele overheden volgen ons project op de voet en zijn enthousiast. Potentiële afnemers stellen natuurlijk wel kritische vragen. In feite zijn dat er twee. Hoe zit het met de levenscyclus en wat zijn de kosten? Het asfalt op een weg moet minimaal 12 jaar meegaan, zo ook dat van ons. En iedereen wil bio, maar dan wel tegen normale kosten. Kun je niet tegen marktconforme prijzen leveren, dan heb je een probleem. Wij zijn er echter van overtuigd dat ons bio-asfalt in de nabije toekomst op beide fronten mee kan op de markt. Tegelijkertijd investeren we in verdere ontwikkelingen. Het is een continu proces met vele uitdagingen. Zo werken we momenteel aan het terugdringen van de productieprijs van de lignine die wij gebruiken. En misschien kunnen we wel naar zestig procent lignine, of tachtig, of honderd. Wie weet wat de toekomt brengt, maar dat die er zonnig uitziet staat voor ons vast.’