Lees verder
‘Iedereen wil het hebben, niemand wil het kopen’. Deze zin kwam uit de mond van een Italiaanse klant van Yparex B.V., het bedrijf dat vorig jaar een wereldwijde primeur had met haar vrijwel 100 procent hernieuwbare tie resin. ‘Retailers willen vergroenen, ook met hun verpakkingen, maar willen daar meestal geen cent meer voor betalen.’
Lucien Joppen

Wouter van den Berg, general manager van Yparex, heeft aan de lijve ondervonden dat biobased geen toverwoord is, waardoor ketenpartners ineens overstag gaan. Het bedrijfje (zie kader), waarvan de R&D-afdeling staat op Chemelot, produceert tie resins, hechtmiddelen, waarmee lagen in folieverpakkingen aan elkaar worden gelijmd. ‘Het zijn complexe folieverpakkingen die bestaan uit meerdere lagen. Elke laag heeft een functie, bijvoorbeeld het tegenhouden van vocht van buitenaf of het tegenhouden van geurtjes van binnenuit. Deze verpakkingen worden vooral gebruikt in de voedingsmiddelenmarkt en dan vooral bij versproducten, zoals vlees, agf of convenience.’

Food, of beter gezegd de folieleveranciers aan de voedingsmiddelenindustrie, is voor Yparex een zeer belangrijke markt. Daarnaast worden de tie resins van het bedrijf ook gebruikt in non-foodtoepassingen als buizen en kabels (als lijm tussen aluminium en kunststoffen en als lijm voor buitenpanelen van gebouwen.

 

Groei uit het oosten

Terug naar food, lees complexe folieverpakkingen. Er zijn volgens Van den Berg honderden varianten van deze folies op de markt. Leveranciers proberen zich te onderscheiden met producten die betere eigenschappen hebben dan concurrenten. ‘Iedere leveranciers heeft zijn eigen recept. Dat heeft ook gevolgen voor onze tie resins. We hebben standaardproducten die we op verzoek van onze klanten kunnen finetunen, zodat de performance van hun folies gewaarborgd blijft. Daarin onderscheiden we ons ook van grotere concurrenten die meer zijn ingesteld op grotere volumes en een lager serviceniveau.’
Yparex opereert in een wereldmarkt, aldus Van den Berg. Folieleveranciers en hun toeleveranciers zijn veelal wereldwijd actief. De groei komt daarbij niet uit verzadigde markten, dat mag duidelijk zijn. Van den Berg is net terug van een beurs in Jakarta. ‘In de BRIC-landen zijn het vooral China en India waar het marktpotentieel enorm is. De economie zit in de lift, buitenlandse retailers worden hierdoor aangetrokken en voeding wordt nog steeds voornamelijk zonder verpakking verkocht.’

 

Lagere derving

Op de vraag of deze verpakkingsgroei in emerging economies niet bijdraagt tot meer vervuiling in deze landen, heeft Van den Berg een stellig antwoord. ‘Een adequate verpakking, zowel van het eindproduct als het halffabrikaat, draagt bij aan lagere derving. De milieuwinst die wordt behaald door derving terug te dringen, is groter dan de milieubelasting van verpakkingen. Ook draagt verpakking bij aan de voedselveiligheid van voedingsmiddelen. Dat wil niet zeggen dat verpakkingsleveranciers niet kijken naar milieufactoren. Daarvoor is de maatschappelijke aandacht voor dit issue te groot. Bovendien geeft het leveranciers een competitive edge.’

Plastic heeft in het ‘verpakkingsveld’, vergeleken met andere materialen zoals glas of karton, een slecht imago, onterecht volgens Van den Berg. Vooral het relatief lage gewicht maakt plastic tot een aantrekkelijke optie. Dat ziet hij ook terug in de supermarkt. Glas en blik wijken meer en meer voor kunststoffen of karton, neem de soepen die in pouches of in karton worden verkocht.
‘Het reduceren van gewicht – en van materialen – zorgt voor lagere transportkosten, waarbij een kleine reductie al leidt tot significante kostenbesparingen. Het is wel een kwestie om deze plastic verpakkingen niet in het milieu terecht te laten komen en zoveel optimaal mogelijk te (her)gebruiken. In sommige gevallen, zie PET, kun je recyclen tot voedingsmiddelenverpakkingen in een combinatie van virgin en gerecycleerd materiaal, andere plastic verpakkingsmaterialen moet je downcyclen, bijvoorbeeld door het verwerken in laagwaardigere toepassingen als bermpalen of energische waarde (verbranden).’

 

Closed loop niet mogelijk

In geval van de complexe folies, waarvoor Yparex de hechtmiddelen levert, ligt het, zoals de naam al doet vermoeden, complex. Immers, de verpakkingen zijn opgebouwd uit meerdere lagen en materialen, zoals PE (polyethyleen), PA (polyamide) en EVOH (etheen-vinylalcohol). Deze lagen worden vervolgens aan elkaar gelijmd met de eerder genoemde tie-resins. Omdat de laatstgenoemde producten hun taak heel goed uitvoeren, zijn de folielagen vrijwel niet te scheiden. Bovendien handelt het vaak om foodcontactmaterialen, verpakkingen die direct contact hebben gehad met voedingsmiddelen en als zodanig volgens de Europese wetgeving (EU Food Law, red.) niet meer mogen worden hergebruikt voor hetzelfde gebruik.
‘Complete recycling van complexe folies in een soort ‘closed loop’ is te duur, dat gaat niet gebeuren. Wel kun je deze verpakkingen verduurzamen door, in plaats van fossiele grondstoffen, biomassa te gebruiken. Daarmee reduceer je de CO2-uitstoot al aanzienlijk. Zoals je weet, hebben we een biobased hechtmiddel ontwikkeld. Deze maakt echter maar een fractie uit van de totale verpakking. Er is ook biobased PE en PA verkrijgbaar op de markt, dus een vrijwel 100 procents hernieuwbare meerlaagse folie zou mogelijk zijn.’

 

Meer met minder

Met het woord ‘zou’ zegt Van den Berg het al. Er is nog geen compleet biobased meerlaagse folie op de markt. Zelfs het biobased resin van Yparex wordt nog slechts mondjesmaat toegepast in een commercieel verkrijgbare folie. Van den Berg stelt dat een aantal toeleveranciers er wel mee experimenteren. Op termijn zal het Yparex-hechtmiddel dus wel in commerciële verpakkingen worden gebruikt.
‘De realiteit is dat een (deels) biobased meerlaagse folie aanzienlijk duurder is dan een 100 procent ‘fossiele’ folie. En de keten is niet altijd bereid om forse premiums te betalen. In andere sectoren, bijvoorbeeld cosmetica, liggen meer mogelijkheden, zeker voor concepten met een ecologische of natuurlijke positionering. Daarin kan een biobased verpakking het verhaal ‘rond’ maken.’
Vooralsnog hebben de meeste leveranciers van complexe folies en hun klanten het ‘verbiobaseren’ nog niet bovenaan hun agenda staan, aldus Van den Berg. De nadruk ligt meer op ‘meer met minder’: dunnere folies die beter presteren op bepaalde eigenschappen. Van den Berg: ‘Het is een zeer competitieve markt die zeer prijsgedreven is. Omdat een groot deel wordt verpakt in versproducten onder private label, zijn het de retailers die de kostprijs goed in de gaten houden. De verpakking wordt dan vaak gezien als sluitpost.’