Lees verder
Leerlooierij Hulshof gebruikt een bijproduct van de vleesindustrie als grondstof: stierenhuiden. Daarvan wordt topkwaliteit leer gemaakt. Restanten van de huiden worden opgewaardeerd tot diverse producten voor onder andere de vleesverwerkende industrie. Zo is Hulshof toeleverancier van een bedrijf van wie hij zijn grondstof betrekt.
Aribert Guiking

Hulshof, voluit Hulshof Royal Dutch Tanneries, is de enig overgebleven leerlooierij van Nederland en volgens eigen zeggen de ‘groenste looierij ter wereld’. De oorsprong van het bedrijf ligt in 1847 toen het een slagerij en slachterij was. Nu is Hulshof een vooraanstaande leerlooierij waar duurzaamheid al jaren hoog op de agenda staat. Het bedrijf uit het Achterhoekse Lichtenvoorde werd meermalen onderscheiden vanwege allerlei milieubesparende maatregelen en behoort wereldwijd tot de top van leerlooierijen. Het leer, afkomstig van Europese stieren en kalveren, gaat naar de meubelindustrie, luchtvaart, auto-industrie en jachtbouw. Sinds een paar jaar levert Hulshof ook leer voor dure tassenmerken en leer voor de schoenenindustrie.

 

Zool met zaadjes

Het Nederlandse merk OAT Shoes betrekt leer van Hulshof dat biologisch afbreekbaar is. Om dat te benadrukken zitten in de zool van de schoen zaadjes verwerkt zodat een in de grond gestopte schoen niet alleen snel verteert, maar ook zorgt voor vrolijke bloemen. Een groeimarkt voor Hulshof is leer voor modemerken als Gucci en Hermes. Een andere groeimarkt is de luchtvaartindustrie en dan vooral de private jets. ‘Het mag dan crisis zijn, er is een toenemend aantal mensen dat veel te besteden heeft en het geld ook wil uitgeven’, zegt directeur Herman Hulshof. Dat verklaart ook waarom het leer voor de automotive sector gaat naar merken als Audi en BMW. Hulshof: ‘Dure merken willen niet afgeschoten worden door milieugroeperingen. Bovendien kunnen zij het zich permitteren om deze duurdere grondstoffen te vertalen naar hogere consumentenprijzen.’

 

Eiwit uit afval

Hoewel Hulshof kwaliteitsleer levert én goede afnemers heeft, is de looierij geen winstmachine. Het bedrijf werkt wereldwijd, maar heeft te maken met concurrenten die, vaak in het gehele proces, minder schoon produceren en vrijwel altijd tegen lagere prijzen hun producten op de markt brengen. Gelukkig heeft Hulshof sinds 1999 het zusterbedrijf HPT (Hulshof Protein Technologies) dat collageen produceert. Deze grondstof wordt gehaald uit vleesresten van de huiden die vers en gekoeld worden aangeleverd. De vleesresten worden in de naast de leerlooierij gelegen fabriek van HPT verwerkt tot collageen en verkocht onder de merknaam Collapro. Het collageen gebruikt de vleesverwerkende industrie weer om worsten en andere vleeswaren een betere structuur en textuur te geven. Een deel van de huid wordt zo indirect in de voedselketen gebracht.

 

Optimalisering bedrijfsproces

Het verwaarden van de huid zelf – in principe een bijproduct van de vleesindustrie – kent meerdere stappen. Na aankomst in de looierij wordt het leer gesplitst in drie horizontale lagen. De bovenste laag wordt in een uitgebreid looiproces verwerkt tot leer. De daaronder liggende laag gaat naar HPT ter verdere verwerking. De onderste ‘laag’ bestaat uit vet en vlees, het zogeheten huidvlees. Wat uiteindelijk resteert, zijn haren, vet en vleesresten. Dit vaste afval wordt omgezet tot biogas. Sinds deze zomer is Hulshof nog een stapje verder gegaan en is er een nieuwe fabriek van HPT in Groenlo in gebruik genomen waar het proces van onttrekking en opwaardering van reststoffen nog verder is geoptimaliseerd, in dit geval met varkenshuiden. In deze hightech fabriek worden de huiden verwerkt, het collageen gewonnen en kan via extractie ook het vet worden gewonnen. Het vet wordt gebruikt als smeerolie in de voedingsindustrie.

 

Kippenvet en vissenhuid

De markt voor varkens is vele malen groter dan de markt voor runderen, maar de huid van varkens is niet geschikt om leer van te maken. Deze wordt vermalen. Maar met de techniek in de nieuwe fabriek kan wel vet van de huid worden gescheiden en Hulshof denkt voor de toekomst aan de mogelijke verwerking van vissenhuiden en kip.

Herman Hulshof: ‘Je wilt niet weten hoe vet die kippenhuid is. En het eiwit dat wij uit de huiden halen, is functioneel eiwit. Het is niet ‘beschadigd’ en heeft daardoor een hoge waarde. Vaak is verhitting noodzakelijk om het eiwit eruit te krijgen, maar juist doordat wij op lage temperaturen werken, krijg je volledige onttrekking. De varkenshuiden bestaan voor 50 procent uit water en de andere 50 procent is vet en eiwit. Wij begonnen in augustus met een halve ploeg, in september gingen wij naar twee ploegen en in principe kan het volcontinu draaien.’

 

Forse investeringen

De nieuwe fabriek vergde een investering van 7 miljoen euro en gezien de goede toekomstverwachtingen kreeg Hulshof de bank mee. Ook de Provincie Gelderland en de EU waren medefinanciers in het kader van het stimuleren van de biobased economy. In de looierij, met een omzet van 30 miljoen euro, werden in de afgelopen 15 jaar miljoenen geïnvesteerd die Hulshof een goede en groene naam bezorgden. Dit positieve imago en het feit dat vele concurrenten zijn weggevaagd, bleek voor de bank echter onvoldoende om krediet te verlenen. Hulshof moest familiekapitaal aanwenden om noodzakelijke investeringen voor de looierij te kunnen doen. De omzet van de ‘oude’ collageenfabriek is 6 miljoen euro en naar verwachting zal de nieuwe fabriek snel een vergelijkbare omzet draaien. Dat is fors minder dan de looierij die als ‘moeder’ en motor fungeert voor de twee andere fabrieken. Het neemt niet weg dat de directeur van de leerlooierij duidelijk is in zijn visie: ‘De toekomst ligt in de voedingsmiddelenindustrie.’

 

Nieuwe markten

Daarbij speelt mee dat vleesproductie duur is en de omzetting van plantaardig naar dierlijk eiwit het milieu behoorlijk belast. Door maatschappelijke ontwikkelingen consumeren mensen in de westerse wereld minder vlees en vleesvervangers worden steeds beter. ‘Hybride’ burgers bestaan voor 30 procent uit vlees en voor 70 procent plantaardig eiwit en ook hier blijkt een geringe hoeveelheid collageen een goed bindmiddel te zijn voor het eindproduct. Los van de voedselindustrie zijn volgens Hulshof ook andere markten in zicht. ‘Wellicht kunnen wij wat betekenen voor de cosmetica met het collageen dat wij produceren. Wellicht zijn er mogelijkheden bij farmacie omdat het product zeer hygiënisch wordt geproduceerd.’

 

Pragmatisch idealisme

Concrete plannen zijn er in ieder geval wat betreft de verdere vergroening van alle bedrijfsprocessen. In 2015 wordt het opgewekte biogas niet meer omgezet in groene stroom, maar wordt het gebruikt om de stoomketels in de leerlooierij te verwarmen. Ook wil het bedrijf het waterverbruik de komende jaren met 30 procent reduceren. De toenemende verwaarding waardoor afvalproducten waardevolle grondstoffen worden en het vrijwel volledig optimaal gebruiken van alle materiaal leidt tot een permanente cascadering.

Hulshof: ‘De som der delen is bij ons meer dan het geheel. Wij vatten het hier als volgt samen: groen leer voor rijken, voedsel voor de rest en biogas voor moeder aarde.’ Hij is sterk betrokken bij het ontwikkelen van een groene economie in de Achterhoek, maar mag ook graag uitweiden over mondiale vraagstukken. Het bedrijf heeft een roemrijke historie en meerdere crises overleefd, mede dankzij voortdurende innovaties. Hulshof heeft een visie en is ook idealistisch. Maar hij is ook pragmatisch. ‘Vergroening van productie is een goede zaak, maar op korte termijn kost het geld. Ik hoop dat wij er, ondanks de voortdurende crisis, over een paar jaar nog zijn.’