Lees verder
Als het aan de provincie Overijssel en Gelderland ligt, komt er een overkoepelende strategie rond mest en mineralen. Niet alleen om de concurrentiekracht van de veehouderij te behouden, maar ook om de aangekondigde verplichte mestverwerking te stimuleren. De recente opening van een combivergister bij Twence, gebouwd door HoSt, is daarbij een belangrijke mijlpaal.
Edwin van Gastel

Wij bouwen kleine, maar ook op hele grote schaal biovergistingsinstallaties’, legt Tjeerd Smit van HoSt uit. ‘Dat doen wij bij individuele agrariërs, maar bijvoorbeeld ook voor Ecoson die een vergister met een capaciteit van honderdvijfentwintigduizend ton in gebruik heeft.’ HoSt richt zich op een drietal omzettingstechnieken van biomassa, te weten vergisten, vergassen en verbranding. In de afgelopen jaren heeft HoSt inmiddels meer dan vijftig vergistingsinstallaties in Nederland gerealiseerd.

Duurzame concurrentiekracht

Of de provincies Overijssel en Gelderland een rol bij de verdere uitrol van biovergisters kunnen spelen via een concrete strategie rond mest en mineralen, moet volgens Smit in de komende periode duidelijk worden. BIC-ON (Biobased Innovatie Cluster Oost-Nederland) heeft hoe dan ook de taak op zich genomen om samen met BEON (Bio-energie cluster Oost-Nederland) en een aantal marktdeskundigen diverse lijnen voor de toekomst te bepalen ten aanzien van mestverwerking in Oost-Nederland.

Smit hierover: ‘Allereerst is het in deze markt zeer lastig om zaken sectorbreed af te stemmen. Ieder bedrijf zal namelijk het reken sommetje voor een biovergister voor mest verwerking rond moeten krijgen. Vervolgens kijkt ook een bank of financier er met bijzonder strenge ogen naar. Daarnaast blijft natuurlijk het feit overeind dat wij het als bedrijf waarderen als de overheid de juiste randvoorwaarden probeert te creëren.’

Oer-Hollands product

Want, legt Smit nog maar eens uit, biomassatechniek is een oer-Hollands product en de verdere uitrol van biovergisters draagt volgens hem dan ook maximaal bij aan de BV Nederland. ‘Anders dan sommige andere duurzame energietechnieken vindt er in Nederland ontzettend veel productie plaats ten bate van biovergisters. In het specifieke geval van HoSt komt zelfs negentig procent van de economische waarde van onze vergisters uit Nederland.’

Tegelijkertijd beseft Smit dat de biovergisters nog met grote regelmaat behoefte hebben aan exploitatiesubsidies. ‘Die zorgen voor een kantelpunt om de soms aanwezige onrendabele top – het verlieslijdende deel – te financieren. Maar ook op andere manieren kunnen overheden een rol spelen. Na veel aandringen van de markt en een lange voorbereiding is bijvoorbeeld de mono-mestvergisting tot vijfentwintigduizend ton nagenoeg vergunningsvrij. Dat is een zeer goede ontwikkeling waardoor rundvee- of varkenshouders via een beperkte procedure een biovergister kunnen neerzetten. In die zin spe len de provincies Overijssel en Gelderland een aanjagende rol.’

Combivergister

Twence, producent van grondstoffen en energie uit afvalstromen en biomassa, is op haar beurt veruit de grootste producent van duurzame energie in Overijssel. De organisatie, die zeventien aandeelhouders (waaronder 14 gemeentes in Twente, red.) heeft, nam recent een nieuwe combivergister in gebruik. Deze is geleverd door HoSt. Bijzonder is dat er, naast reguliere vloeibare afvalstromen, lastig verwerkbare biomassastromen worden vergist. Daartoe kent de installatie een natte vergister en een droge vergister. De verwachting is dat met de combivergister zo’n 1,1 miljoen kubieke meter biogas zal worden geproduceerd. Deze wordt op de bestaande warmtekrachtkoppeling die uitgerust is met gasmotoren, omgezet naar zo’n 2,3 gigawattuur groene stroom en 2,3 gigawattuur thermische energie.

Juiste tarieven

André Oosting, projectmanager bij Twence, denkt dat het belangrijk is dat de strategie die de provincies Overijssel en Gelderland voor mest en mineralen voor ogen hebben, er komt. ‘Wij hebben de indruk dat de veehouderij nog te afwachtend is ondanks de mestverwerkingswet die binnenkort in werking treedt. Er is in de regio nog altijd onvoldoende verwerkingscapaciteit. Als die er niet komt, bestaat het risico dat de staatssecretaris met maatregelen komt om het af te dwingen (dierrechten, red.). Het belang van Twence zit in het feit dat de mestverwerking heel goed aansluit bij onze filosofie om mineralen en grondstoffen terug te winnen uit afval- en biomassastromen.’

Volgens Oosting is het vooral belangrijk om aan de voorkant van de mestverwerking de juiste tarieven te hanteren. ‘Men moet aan de poort bereid zijn om te betalen voor een fatsoenlijke verwerking. In de dikke fractie van mest zit immers veel fosfaat en daar moet je iets mee doen. Zoals bekend lopen er al demonstratieprojecten om het N-K-concentraat (de dunne fractie) als kunstmestvervanger in te zetten. Toch lopen wij qua mogelijkheden nog achter bij wat wij met zijn allen zouden willen. Het zou goed zijn als er uit het strategiedebat een richting komt om het een en ander te ondersteunen. Want als wij in Oost-Nederland dertig procent van het mestoverschot in 2015 moeten verwerken, komt dat neer op zo’n zevenhonderdvijftigduizend ton. Als de provincies de veehouderij in stand willen houden, moeten zij zich over die missie druk maken.’