Lees verder
'De ontwikkeling naar een campus op het Chemelot-terrein (Brightlands Chemelot Campus, red.) is sneller gegaan dan we aanvankelijk dachten. De opening van het Center Court, medio november, is een belangrijke mijlpaal, maar het is zeker niet de enige.'
Lucien Joppen

‘De ontwikkeling naar een campus op het Chemelot-terrein (Brightlands Chemelot Campus, red.) is sneller gegaan dan we aanvankelijk dachten. De opening van het Center Court, medio november, is een belangrijke mijlpaal, maar het is zeker niet de enige.’

Knop om

Emmo Meijer, onder meer boegbeeld voor Source B, was rond de eeuwwisseling betrokken bij de eerste aanzet tot een open innovatie campus op het DSM-terrein in Geleen.

‘Ik werkte destijds bij DSM als directeur Research. DSM besloot dat het op termijn bepaalde activiteiten af zou stoten. Dat betekende dat andere partijen zich op het terrein zouden vestigen en ook gebruik zouden willen maken van de faciliteiten, zoals R&D-labs. Met de verkoop van de polymerenbusiness aan Sabic – in 2002 – werd dat ook realiteit. De komst van deze ‘vreemde eend’ betekende ook gelijk een mentaliteitsswitch. Het was niet langer puur DSM, maar een site waarop ook andere bedrijven zich konden vestigen. Vandaar ook de eerder doorgevoerde naamswijziging van DSM Research naar Chemelot.’

Andere dynamiek

In de loop der jaren vestigden zich steeds meer bedrijven op Chemelot door overname van DSM-activiteiten, maar ook nieuwkomers, zoals Sappi en Avantium, of spin-outs van DSM, zoals Isobionics en Yparex. Inmiddels heeft het aantal ondernemingen de grens van 50 overschreden.

Meijer: ‘Er is in relatief korte tijd een totaal nieuw ecosysteem ontstaan, wat toch een totaal andere dynamiek met zich meebrengt dan alleen een multinational met haar eigen bedrijfscultuur. Het profiel op Chemelot is divers, met binnen- en buitenlandse bedrijven die zich richten op uiteenlopende markten. Wel is er een grote gemene deler: hoogwaardige, duurzame chemie en (biomedische) materialen.’

Kloppend hart van Brightlands

Bedrijvigheid alleen is niet voldoende voor een open innovatie campus, aldus Meijer. ‘Onderwijs- en onderzoeksinstituten en nieuwe bedrijvigheid moeten bij voorkeur onder “een dak”. Dat leidt weer tot een intensieve interactie en dat maakt het campusmodel uniek. Daar heb je kenniswerkers, studenten en R&D-mensen bij bedrijven voor nodig. Deze interacties komen het best tot zijn recht als deze worden geconcentreerd op een bepaalde lokatie. Dat zien we ook in Eindhoven, op de High Tech Campus waar de Strip het dynamische hart vormt. Dat is ook de rol die met het Center Court wordt beoogd.’

Brightlands Materials Center

Het laatstgenoemde gebouw is overigens niet de enige ‘katalysator’ voor innovatie op gebied van slimme, duurzame materialen. Vorig jaar opende Brightlands Materials Center haar deuren. In dit nieuwe kenniscentrum, gericht op de ontwikkeling van polymere materialen, werken bedrijven en kennis- en onderzoeksinstellingen nauw samen. Het budget voor de komende vijf jaar: 45 miljoen euro.

De MultiPurposePilotplant, die begin 2016 werd geopend, is een ander initiatief waarin bedrijven (Sappi, Avantium en Technoforce), onderzoeksinstellingen en overheid hun krachten hebben gebundeld. Ook van belang is de geplande uitbreiding van de campus richting het noorden. ‘Daarmee kunnen we start-ups faciliteren die op willen schalen of uit willen breiden.’

Op schema

De ontwikkeling van de campus was niet mogelijk geweest als de provincie niet had geparticipeerd, aldus Meijer. ‘Een campusontwikkeling is alleen te realiseren in een triple-helix: bedrijfsleven, kennis- en onderzoeksinstituten en de overheid. De provincie Limburg heeft niet alleen in woord, maar zeker ook in daden bijgedragen aan de realisatie van Brightlands Chemelot Campus. Hierdoor liggen we, samen met het bestaande Industrial Park, op schema richting onze ambitie: in 2025 de meest competitieve chemie- en duurzame materialensite in West-Europa.’