Lees verder
Uit een proef in Waalwijk is gebleken dat met een speciale bacterie biovergistingsinstallaties veel goedkoper en milieuvriendelijker geëxploiteerd kunnen worden. Dankzij de Anammox-bacterie - bekend uit de slibbranche - kan de dunne fractie van het digestaat gezuiverd worden tot loosbaar water. Dat scheelt hoge kosten voor het verwijderen van het digestaat als afval, maar is ook nog eens beter voor het milieu.
Harmen Weijer

Vergistingsinstallaties die reststromen uit onder andere de voedingsindustrie vergisten, produceren naast biogas ook digestaat. Dit restproduct van deze zogeheten industriële vergistingsinstallaties heeft anders dan bij co-vergistingsinstallaties geen landbouwkundige status. Daardoor mag deze ook niet worden uitgereden als mest over landbouwgrond. Het industriële digestaat wordt beschouwd als afvalstroom, waardoor de kosten voor de afzet zeer sterk oplopen.

Om dat probleem te tackelen, is twee jaar geleden een proef gestart op het Ecopark in Waalwijk met de oprichting van de Waalwijkse Biomassa Combinatie (Wabico). Het gaat om een vergistingsinstallatie die industrieel afval vergist, afkomstig uit de voedingsindustrie. ‘Denk hierbij aan afval uit slachterijen, die niet mee vergist mag worden in mestvergisters’, vertelt projectleider Tjeerd Smit van leverancier van bio-energiesystemen HoSt. HoSt heeft de vergister gebouwd, die sinds 2015 jaarlijks 4 miljoen m3 biogas aan het landelijke net levert. Het gaat om een installatie met een input van maximaal 50.000 ton industrieel afval, zonder mest. In Waalwijk is een van de uitdagingen in deze vorm van vergisting aangepakt. Want de dunne fractie die overblijft na vergisting, kan met deze technologie worden ‘weggevreten’ door bacteriën. Waardoor het kan worden geloosd als water en niet meer te hoeven worden aangeboden als afvalproduct.

Anammox-bacterie

De methode, die is overgewaaid uit de slibwereld, valt of staat met een goede scheiding, vertelt Smit. ‘Uit bijvoorbeeld slachthuizen wordt na het schoonmaken de vergistbare resten opgevangen en naar de vergistingsinstallatie gebracht. Daar wordt de dunne van de dikke fractie gescheiden.’

In de tweede fase wordt de zogeheten DEMON-technologie toegepast. DEMON staat voor DEamMONficatie. Smit: ‘Hierbij wordt de Anammox-bacterie toegevoegd. In dat kader heeft onze partner in dit project, Grontmij (tegenwoordig Sweco geheten, red.), een licentie verworven van de Universiteit van Innsbruck om deze bacterie te mogen gebruiken. Het bijzondere van de Anammox-bacterie is dat hij geen koolstofbron nodig heeft om nitriet en ammonium in het afvalwater om te zetten in stikstof. Meestal wordt als koolstofbron door waterzuiveringsinstallaties methanol gebruikt, en dat is behoorlijk duur. En daarnaast vraagt dit proces de helft minder aan elektriciteit. Dat samen is een flink financieel voordeel in het zuiveren van het afvalwater.’

Om het afvalwater loosbaar te maken op het riool moet het met een factor 25 worden gezuiverd. Smit: ‘De waterschappen eisen dat het ammonium-gehalte in het afvalwater maximaal 200 mg is, terwijl dit gehalte in de vergisting wel kan oplopen tot 5 kg.’

Wat uit de proef blijkt, is dat het scheiden van de dunne fractie en de dikke fractie extreem belangrijk is. ‘Het blijkt dat de Anammox-bacterie minder goed haar werk doet als de dunne fractie nog te veel resten van organische aard bevat. Als dat goed gescheiden wordt, kan deze bacterie dus heel goed werken.’

Lucratiever

Door te werken met deze bacterie en niet met een koolstofbron en zuurstof, wordt het vergisten van industrieel afval een stuk aantrekkelijker. ‘Maar ook bij covergisting is deze technologie goed toe te passen’, aldus Smit. ‘Hier is het probleem misschien nog wel nijpender, want de afzet van de dunne mestfractie brengt bij covergisting hoge kosten met zich mee. Dus hier kijkt men goed naar het kunnen zuiveren naar loosbaar water.’ Het vergt nog wel verder onderzoek om dit goed te krijgen, want net als bij industriële afvalvergisting is het scheiden van de dikke en dunne mestfractie essentieel. ‘Maar dat vraagt weer een andere aanpak, want het is allesbehalve gemakkelijk om dat goed gescheiden te krijgen.’

Subsidie

De Waalwijkse installatie vergde een totale investering van 1,5 miljoen, waaraan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) een half miljoen heeft bijgedragen vanuit de subsidieregeling Energie & Innovatie.
HoSt kijkt inmiddels verder in vervolgprojecten. ‘Zo hebben we een vergelijkbaar project lopen in Frankrijk, en we gaan ook een dergelijke vergistingsinstallatie opzetten in Harderwijk’, aldus Smit.

Voor meer informatie over subsidies voor vergisting zie website RVO.nl.